functie voor het signaleren van een ontbrekende
motorfase op ENABLED in te stellen.
235 Fasefoutbewaking
(PHASE LOSS MON.)
Waarde:
Disable (DISABLE)
Enable (ENABLE)
Functie:
De ingangsfasen worden op basis van deze
selectie gecontroleerd op fasefouten.
Beschrijving van de keuze:
Indien Enable wordt geselecteerd, reageert
de frequentie-omvormer op een ontbrekende
ingangsfase en gaat alarm 4 af.
Indien Disable wordt geselecteerd, wordt er geen
alarmsignaal gegeven als er een fase ontbreekt. De
frequentie-omvormer kan worden beschadigd als deze
met een ontbrekende ingangsfase werkt. Het verdient
daarom de aanbeveling om de functie voor het
signaleren van fasefouten op ENABLED in te stellen.
236 Stroom bij lage snelheid
(LOW SPEED CURRENT)
Waarde:
0 - max 255% van de nominale motorstroom,
parameter 105.
Functie:
Deze functie wordt alleen ingeschakeld wanneer
parameter 100 = SPEED OPEN LOOP. VLT 5000
FLUX draait met constante stroom door de motor
onder 10 Hz. Wanneer de snelheid hoger is dan 10
Hz, wordt de motor geregeld door het fluxmodel in
de aandrijving. Parameter 236 wordt automatisch
aangepast door de parameters 221 en/of 222,
afhankelijk van welke van de twee parameters de
hoogste waarde heeft. De stroom in parameter 236
is samengesteld uit de stroom die door het koppel
wordt gegenereerd en de magnetiseringsstroom.
Voorbeeld. Parameter 221 Koppelbegrenzing voor
motormodus is ingesteld op 100% en parameter 222
Koppelbegrenzing voor genereringsmodus is ingesteld
op 60%. Parameter 236 wordt automatisch ingesteld
op 127%, afhankelijk van het motorvermogen.
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
Beschrijving van de keuze:
NB!:
Als de motor langer dan één minuut
onder 10 Hz draait, moet parameter 236
dienovereenkomstig worden verlaagd om te
voorkomen dat de motor doorbrandt.
[0]
237 Model schakelsnelheid
[1]
(MODEL SHIFT SPEED)
Waarde:
2 Hz .. 80% van n
Functie:
Met deze parameter kan het schakelpunt worden
aangepast waarop de VLT 5000 FLUX het
FLUX-model wijzigt in de DSP.
Parameter 100 modus TORQUE CONTROL SPEED [5]:
Parameter 100 modus OPEN LOOP [0]:
In de open lus-modus moet de snelheid worden
bepaald vanuit de actuele meting. Onder n
100%
x 0,2 werkt de aandrijving vanuit een constant
stroommodel. Boven n
vanuit het FLUX-model in de aandrijving.
Beschrijving van de keuze:
Constant koppel-modus: om de koppelbediening
te optimaliseren kan het nodig zijn op slechts één
FLUX-model te draaien om storingen tijdens de
wijziging van het FLUX-model te vermijden. Max
snelheid voor FLUX-model 1 is n
®
VLT
5000 FLUX
norm
10 Hz (standaard- en n
norm
x 0,2 werkt de aandrijving
norm
- 10%.
norm
-afhankelijk)
norm
95