Als de encoder geen geïnverteerde uitvoer heeft,
mag de kabel van de encoder niet langer dan 3
meter zijn. De invoer van de encoder moet dan
worden beëindigd zoals weergegeven.
Elektrische installatie
Zie parametergroep 300 voor het programmeren van
de digitale en analoge ingangen en uitgangen.
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
5000 FLUX
De bewakingskring van de encoder moet worden
uitgeschakeld in parameter 350 [0].
Als de encoder geen nul-puls heeft en de bewaking
van de encoder is ingeschakeld (parameter 350),
moeten ingangen 77 en 78 worden beëindigd.
37