Indien Slow down geselecteerd is via één van
de klemmen 17, 29 of 33 (parameters 301, 305
en 307), zal de percentage- (relatieve) waarde
die is geselecteerd in parameter 219 worden
afgetrokken van de totale referentie.
221 Koppelbegrenzing voor motormodus
(TORQ LIMIT MOTOR)
Waarde:
0,0 % - xxx,x % van T
M,N
Het max. koppel hangt af van de eenheid, het
geselecteerde motorvermogen en de parameters.
Functie:
Deze parameter stelt de koppelbegrenzing voor
de motorwerking in. De koppelbegrenzer is
actief in het snelheidsbereik tot aan de nominale
motorsnelheid (parameter 106).
Beschrijving van de keuze:
Zie ook parameter 409 voor meer informatie.
Om de motor te beveiligen tegen het bereiken van
het losbreekkoppel is de fabrieksinstelling 1,6 x het
nominale motorkoppel (berekende waarde).
Als een instelling in parameter 101-106 wordt
gewijzigd, worden de parameters 221/222 niet
automatisch teruggezet naar de fabrieksinstelling.
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
LOOP (0), wordt parameter 236 (LOW SPEED
CURRENT) automatisch aangepast. Indien parameter
221 > parameter 236 bestaat er een potentieel
risico op het afslaan van de motor.
222 Koppelbegrenzing voor genererend bedrijf
160 % van T
M,N
Waarde:
0,0 % - xxx,x % van T
Functie:
Met deze parameter wordt de koppelbegrenzing voor
genererend bedrijf ingesteld. De koppelbegrenzer
is actief in het snelheidsbereik tot aan de nominale
motorsnelheid (parameter 104).
Zie de afbeelding voor parameter 221 en parameter
409 voor meer informatie.
Beschrijving van de keuze:
Indien Weerstandsrem [1] is geselecteerd in parameter
400, wordt de koppelbegrenzing veranderd in
1,6 x het nominale motorkoppel.
LOOP (0), wordt parameter 236 (LOW SPEED
CURRENT) automatisch aangepast. Indien parameter
221 > parameter 236 bestaat er een potentieel
risico op het afslaan van de motor.
223 Waarschuwing: lage stroom.
Waarde:
0.0 - parameter 224
Functie:
Wanneer de motorstroom lager wordt dan de
begrenzing, I
CURRENT LOW, behalve indien besturing van de
mechanische rem is geselecteerd.
De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het overbrengen van een statussignaal via
klem 26 of 46 en via relaisuitgang 01 of 04
(parameter 319, 321, 323 of 326).
®
VLT
5000 FLUX
Door het wijzigen van parameter 221
(TORQ LIMIT MOTOR) wanneer parameter
100 is ingesteld op SPEED OPEN
(TORQ LIMIT GENER)
M,N
Het max. koppel hangt af van de eenheid, het
geselecteerde motorvermogen en de parameters.
Door het wijzigen van parameter 222
(TORQ LIMIT GENER) wanneer parameter
100 is ingesteld op SPEED OPEN
(WARN. CURRENT LO)
, verschijnt op het display de melding
LOW
160 % van T
M,N
0.0 A
93