Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste aanloop/uitlooptijd in.
212 Snelle stop uitlooptijd
(Q STOP RAMP TIME)
Waarde:
0,00 - 3600 sec. (gesloten lus)
0,05 - 3600 sec. (open lus)
Functie:
De uitlooptijd is de tijd die nodig is om te vertragen
van de nominale motorsnelheid naar 0 tpm, op
voorwaarde dat er geen overspanning ontstaat
als gevolg van de generatorwerking van de motor
en de opgewekte stroom de koppelbegrenzing
(ingesteld in parameter 222) niet bereikt.
De snelle stop wordt geacti v eerd door middel van
een signaal op de digitale ingangsklem 27 [2], of
via de seriële communicatiepoort.
Beschrijving van de keuze:
Programmeer de gewenste uitlooptijd.
213 Jog-snelheid
(JOG SPEED)
Waarde:
0.0 - Parameter 202
Functie:
De jog-snelheid n
is de vaste uitgangssnelheid
JOG
waarbij de frequentie-omvormer functioneert
wanneer de jog-functie is geacti v eerd.
Beschrijving van de keuze:
Stel de gewenste frequentie in.
214 Referentiefunctie
(REF FUNCTION)
Waarde:
Som. (SUM)
Relatief (RELATIVE)
Extern/digitaal (EXTERNAL/PRESET)
Functie:
Met deze parameter wordt bepaald hoe de
digitale referenties moeten worden opgeteld bij
de andere referenties. Voor dit doel wordt Sum
of Relati v e gebruikt. Het is ook mogelijk - met
behulp van de functie External/preset - in te
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
afhankelijk van de eenheid
200 rpm
[0]
[1]
[2]
®
VLT
5000 FLUX
stellen of omschakeling tussen externe referenties
en digitale referenties gewenst is.
Beschrijving van de keuze:
Als Sum [0] is geselecteerd, wordt een van de
aangepaste digitale referenties (parameters 215-218)
opgeteld als een procentuele waarde van de
maximaal mogelijke referentie.
Als Relati v e [1] is geselecteerd, wordt een van de
aangepaste digitale referenties (parameters 215-218)
bij de externe referentie opgeteld als een procentuele
waarde van de actuele referentie.
Als External/preset [2] is geselecteerd, is het mogelijk
via klem 16, 17, 29, 32 of 33 (parameter 300,
301, 305, 306 of 307) te schakelen tussen externe
referenties of digitale referenties. Digitale referenties
zijn een procentuele waarde van het referentiebereik.
De externe referentie is de som van de analoge
referenties, pulsen en busreferenties. Zie ook
Hantering van referenties.
NB!:
Als Sum of Relati v e is geselecteerd, zal een van
de digitale referenties altijd actief zijn. Indien de
digitale referenties geen invloed moeten hebben,
moeten ze worden ingesteld op 0 % (fabrieksinstelling).
91