Beschrijving van de keuze:
Het signaal voor de lage stroombegrenzing, I
de motorstroom moet worden geprogrammeerd binnen
het normale werkbereik van de frequentie-omvormer.
224 Waarschuwing: hoge stroom
(WARN. CURRENT HI)
Waarde:
Parameter 223 - I
VLT,MAX
Functie:
Wanneer de motorstroom hoger wordt dan de
geprogrammeerde begrenzing n
het display de melding CURRENT HIGH.
De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het overbrengen van een statussignaal via
klem 26 of 46 en via relaisuitgang 01 of 04
(parameter 319, 321, 323 of 326).
Beschrijving van de keuze:
Het signaal voor de hoge begrenzing van
de motorstroom , I
, moet worden
HIGH
geprogrammeerd binnen het normale werkbereik van
de frequentie-omvormer. Zie de afbeelding
bij parameter 223.
225 Waarschuwing: lage snelheid.
(WARN. SPEED LOW)
Waarde:
0 - parameter 226
Functie:
Wanneer de motorsnelheid onder de begrenzing
n
komt, verschijnt op het display de
LOW
melding SPEED LOW.
De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het overbrengen van een statussignaal via
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
94
, van
LOW
I
VLT,MAX
, verschijnt op
HIGH
0 rpm
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
5000 FLUX
klem 26 of 46 en via relaisuitgang 01 of 04
(parameter 319, 321, 323 of 326).
Beschrijving van de keuze:
Het signaal voor de lage begrenzing van de
motorsnelheid n
moet worden geprogrammeerd
LOW
binnen het normale werkbereik van de
frequentie-omvormer.
Zie de afbeelding bij parameter 223.
226 Waarschuwing: hoge snelheid
(WARN. SPEED HIGH)
Waarde:
parameter 225 - parameter 202
Functie:
Wanneer de motorsnelheid hoger wordt dan de in
deze parameter geprogrammeerde begrenzing n
verschijnt op het display de melding SPEED HIGH.
De signaaluitgangen kunnen worden geprogrammeerd
voor het overbrengen van een statussignaal via
klem 26 of 46 en via relaisuitgang 01 of 04
(parameter 319, 321, 323 of 326).
Beschrijving van de keuze:
Het signaal voor de hoge begrenzing van de
motorsnelheid n
moet worden geprogrammeerd
HIGH
binnen het normale werkbereik van de
frequentie-omvormer.
Zie de afbeelding bij parameter 223.
234 Motorfasebewaking
(MOTOR PHASE MON)
Waarde:
Enable (ENABLE)
Disable (DISABLE)
Functie:
Met deze parameter kan men de bewaking
van de motorfasen instellen.
Beschrijving van de keuze:
Indien Enable wordt geselecteerd, reageert de
frequentie-omvormer op een ontbrekende motorfase
en gaat alarm 30, 31 of 32 af.
Indien Disable wordt geselecteerd, wordt er geen
alarmsignaal gegeven indien er een motorfase
ontbreekt. Als de motor met slechts twee fasen
loopt, kan deze worden beschadigd of oververhit
raken. Het verdient daarom aanbeveling de
20.000 rpm
,
HIGH
[0]
[1]