Dynamische remfunctie(Remweerstand)
De remfunctie beperkt de spanning in de tussenkring
wanneer de belasting de motor aandrijft en het
vermogen in de tussenkring komt. De dynamische
rem is een choppercircuit met de aansluiting
van een externe remweerstand.
De rem is beveiligd tegen kortsluiting van de
remweerstand en de remtransistor wordt bewaakt
zodat kortsluiting van de transistor tijdig wordt ontdekt.
Door een relais/digitale uitgang te gebruiken, kan
deze laatste worden gebruikt om de remweerstand
te beschermen tegen overbelasting indien er een
storing optreedt in de frequentieomvormer.
Bovendien maakt de rem het mogelijk het actuele
vermogen en het gemiddelde vermogen in de laatste
120 seconden af te lezen en te voorkomen dat de
vermogensbekrachtiging niet boven een bepaalde,
in parameter 402 vastgelegde, limiet uitstijgt. In
parameter 403 selecteert u de functie die moet
worden uitgevoerd wanneer het vermogen dat wordt
overgebracht naar de remweerstand, de in parameter
402 ingestelde begrenzing overschrijdt.
NB!:
De bewaking van het remvermogen is geen
veiligheidsfunctie; voor dat doel is een
thermische schakelaar nodig. De remweerstand
is niet beveiligd tegen aardlekstroom.
Keuze van de remweerstand
Om de juiste remweerstand te kunnen kiezen, dient
bekend te zijn hoe vaak er moet worden geremd
en bij hoeveel vermogen er wordt geremd.
De weerstand-ED geeft een indicatie van de
werkcyclus waarin de weerstand functioneert.
De weerstand-ED wordt als volgt berekend:
waarbij tb de remtijd in seconden enTcyclus
de totale cyclustijd is.
60
VLT
De maximaal toelaatbare belasting op de
remweerstand wordt gegeven als een piekvermogen
op een bepaalde ED. Het volgende voorbeeld en de
volgende formule zijn alleen van toepassing op de
VLT 5000. Het piekvermogen kan berekend worden
op grond van de hoogste remweerstandswaarde
die voor het remmen nodig is:
P
= P
x M
PEAK
MOTOR
waarbij M
een percentage van het
BR(%)
nominale koppel is.
De remweerstand wordt als volgt berekend:
De remweerstand is afhankelijk van de
tussenkringspanning (UDC).
Bij VLT 5000-frequentieomvormers met een
voedingsspanning van 3 x 380-500 Volt, is de rem
actief bij 822 Volt (UDC); als de frequentieomvormer
een voedingsspanning heeft van 3 x 200-240 Volt,
is de rem actief bij 397 Volt (UDC).
NB!:
De gebruikte remweerstand moet nominaal
850 Volt of 430 Volt zijn.
R
is de door Danfoss aanbevolen weerstand, d.w.z.
REC
een remweerstand die de gebruiker garandeert dat
de frequentieomvormer in staat is te remmen met
het hoogste remkoppel (M
η
is typisch 0,90, terwijl η
motor
is. Voor frequentieomvormers van respectievelijk
200 Volt en 500 Volt, kan R
van 160% worden geschreven als:
P motor in kW.
MG.55.A6.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
5000 FLUX
x η
x η
[W]
BR(%)
MOTOR
VLT
) van 160%.
br
typisch 0,98
VLT
bij een remkoppel
REC