10.2.2 Pompschakeling kiezen voor verwarmingsbedrijf (servicefunctie 2.2)
i
Bij het aansluiten van een weersafhankelijke regeling, wordt automatisch op pompschakeling 3 overgeschakeld.
V erschillende pompschakelingen:
Schakelstand 1: voor installaties zonder externe regelaar. De pomp wordt door de aanvoertemperatuurregelaar
geschakeld.
Een dergelijke bediening is ten stelligste af te raden en in sommige landen zelfs verboden!
Schakelstand 2 (fabrieksinstelling):
schakelt alléén gas, de pomp loopt door. De kamerthermostaat schakelt gas en pomp.
Pomp en extractor hebben een nadraaitijd tussen 15 sec. en 3 minuten.
Schakelstand 3:
voor installaties met weersafhankelijke regeling. De pomp wordt door de weersafhankelijke
regelaar geschakeld. Op zomerstand draait de pomp alléén tijdens de warmwaterbereiding.
Temperatuurregelaar
Het display en de toets
Temperatuurregelaars
Op het display verschijnt de aanvoertemperatuur.
voor installaties met kamerthermostaat.
Toets
verschijnt.
Toets
Het display en de toets
Fig. 38
Temperatuurregelaar verwarming
Na een korte tijd verschijnt de ingestelde pompschakeling op het
display.
Fig. 39
draaien, tot op het display de gewenste pompschakelstand tussen 2 of 3 verschijnt.
knipperen.
Toets
verschijnt.
De pompschakelstand is vastgelegd.
Fig. 40
en
op de oorspronkelijk ingestelde temperaturen draaien.
indrukken en ingedrukt houden tot op het display
brandt.
knipperen.
indrukken en ingedrukt houden, totdat op het display [ ]
27
De aanvoertemperatuur-regelaar
draaien tot 2.2 verschijnt.
G e s c h i k t v o o r v e r w a r mi n g p e r k a me r me t
S ma r t H o me
s l i mme t h e r mo s t a a t
- -