Wanneer de airconditioner tegelijk met een
ander verwarmingstoestel wordt gebruikt,
moet er voldoende ventilatie zijn in de kamer
om zuurstofgebrek te voorkomen.
Plaats geen spuitbussen bij de airconditio-
ner en vermijd het gebruik ervan. Dit om
brandgevaar te voorkomen.
Plaats ontvlambare middelen, zoals spuit-
bussen, minimaal 1 meter van de luchtuit-
blaas verwijderd.
Ze kunnen exploderen onder invloed van de
warme lucht van de binnen- of buitenunit.
Schakel de airconditioner uit voordat u deze
schoonmaakt en schakel de stroomonder-
breker uit.
Dit om elektrische schokken of verwonding te
voorkomen.
Bedien de airconditioner niet met natte han-
den, eveneens om elektrische schokken te
voorkomen.
Plaats geen dingen onder de binnenunit die
gevoelig zijn voor vochtschade, anders loopt
u het risico dat zij beschadigd raken door
water.
Onder bepaalde omstandigheden kunnen con-
densatie op de unit of koelmiddelleidingen, vuil
in het luchtfilter of een verstopte afvoer lekkage
tot gevolg hebben, waardoor het betrokken voor-
werp verstopt of beschadigd kan raken.
Plaats geen verbrandingstoestellen in de
luchtstroom van de airconditioner. Dit om
onvolledige verbranding te voorkomen.
Plaats geen verwarmingstoestellen meteen
onder de binnenunit. De hitte ervan kan
resulteren in vervorming van de ombouw.
Laat geen kinderen op de unit klimmen en
plaats er geen voorwerpen op.
Dit om ongevallen en indeuken te voorkomen.
Stel uw kinderen, huisdieren en kamerplan-
ten niet rechtstreeks aan de luchtstroom
bloot. Dit is niet bevorderlijk voor hun
gezondheid.
Reinig de airconditioner niet met water. Dit
kan leiden tot elektrische schokken of brand.
Plaats geen voorwerpen met water erin (bloe-
menvaas, enz.) op de binnenunit, dit kan
resulteren in elektrische schokken of brand.
Installeer de airconditioner niet op plaatsen
waar ontvlambare gassen kunnen voorko-
men.
In het geval van een gaslekkage, kan de opeen-
hoping van gas in de buurt van de airconditioner
leiden tot brand.
Nederlands
Leg de afvoerleiding correct aan om een vol-
ledige afvoer te garanderen.
Als de afvoerleiding niet correct geplaatst is, zal
er geen afvoer uit de unit plaatsvinden. Er kan
zich dan vuil en stof ophopen in de afvoerleiding,
wat waterlekkage tot gevolg kan hebben. Als dit
het geval is, moet u de airconditioner stopzetten
en contact opnemen met uw dealer.
Het apparaat mag niet zonder toezicht wor-
den gebruikt door jongere kinderen of perso-
nen die niet bevoegd zijn om airconditioners
te bedienen.
Dit kan elektrische schokken of verwondingen
tot gevolg hebben.
Houd kinderen in het oog en zorg ervoor dat
ze niet spelen met de binnenunit of de
afstandsbediening ervan.
Wanneer een kind het toestel per ongeluk
bedient, kan dit elektrische schokken of verwon-
dingen tot gevolg hebben.
Raak de luchtinlaat of de aluminium rotorbla-
den van de airconditioner niet aan. U loopt
daardoor een risico op persoonlijk letsel.
Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en
laat geen bladeren en ander afval zich rond
de unit ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit
kunnen binnendringen. In de unit kunnen derge-
lijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken
wanneer ze in contact komen met elektrische
onderdelen.
Blokkeer niet de luchtinlaat- en uitlaatope-
ningen.
Een verminderde luchtstroom kan resulteren in
inferieure prestaties of een defect.
Laat kinderen niet op of rondom de buiten-
unit spelen.
Als de buitenunit verkeerd wordt aangeraakt,
kan dit resulteren in letsel.
Zet het apparaat volledig uit wanneer de air-
conditioner langere tijd niet wordt gebruikt.
Anders kan de airconditioner oververhit raken of
vlamvatten door stofophoping.
Raak nooit de inwendige onderdelen van de
afstandsbediening aan.
Verwijder niet het voorpaneel. Aanraken van
bepaalde interne onderdelen kan resulteren in
een elektrische schok of beschadiging van de
afstandsbediening. Neem contact op met uw
lokale dealer voor het controleren of afstellen van
interne onderdelen.
Leg de afstandsbediening niet op een plaats
waar deze nat kan worden.
Als er water in de afstandsbediening terecht-
komt, bestaat er kans op kortsluiting en bescha-
diging van de elektrische onderdelen.
3