• De ingebouwde ventilator blijft enige tijd draaien,
totdat de temperatuur in de airconditioner een
bepaalde hoogte bereikt. Gedurende deze tijd
verschijnt "
" op de display van de afstands-
bediening. Laat het systeem ongemoeid en wacht
rustig af.
(De afstandsbediening toont de ingestelde venti-
latorsnelheid.)
• De lucht wordt horizontaal uitgeblazen om tocht
van koude lucht op de aanwezige personen te
voorkomen.
(De afstandsbediening toont de ingestelde lucht-
stroomrichting.)
ONTDOOIEN
(Rijmverwijdering voor de buitenunit)
• Naarmate op de buitenunit rijm wordt gevormd,
vermindert het verwarmingseffect en wordt de air-
conditioner in de stand ONTDOOIEN geschakeld.
• De binnenunit stopt en de display van de
afstandsbediening toont "
Bij een draadloze afstandsbediening stopt de
warme lucht en gaat het lampje ONTDOOIEN
branden op de ontvangende unitindicator. (De
afstandsbediening toont de ingestelde ventilator-
snelheid.)
• Na maximaal 10 minuten ONTDOOIEN, schakelt
de airconditioner terug naar VERWARMEN.
• De richting van de luchtstroom wijzigt naar hori-
zontaal. (De afstandsbediening toont de inge-
stelde luchtstroomrichting.)
• Tijdens of na het ONTDOOIEN, komt witte rook
uit de luchtin- of -uitlaat van de airconditioner.
(Zie "VI." op pagina 16.)
• Er kan tijdens deze werking een "sis"-geluid hoor-
baar zijn.
Met betrekking tot de temperatuur van de
buitenlucht en de verwarmingscapaciteit
• De verwarmingscapaciteit van de airconditioner
neemt af als de temperatuur van de buitenlucht
daalt. Gebruik de airconditioner in dit geval
samen met andere verwarmingssystemen.
(Wanneer er een verbrandingstoestel wordt
gebruikt, moet de ruimte regelmatig worden
geventileerd.)
Gebruik het verbrandingstoestel niet wanneer de
lucht van de airconditioner er rechtstreeks op
wordt geblazen.
• Wanneer de warme lucht onder het plafond blijft
hangen en u koude voeten krijgt, verdient het
aanbeveling om met behulp van een ventilator de
lucht in de ruimte te ventileren. Raadpleeg uw
lokale dealer voor details.
8
• Wanneer de binnentemperatuur de ingestelde
■ KENMERKEN VAN HET PROGRAMMA
• Dit programma vermindert de vochtigheid zonder
".
• Na lange tijd te werken met een omlaag gerichte
• Wanneer het PROGRAMMA DROGEN wordt
temperatuur overschrijdt, verspreidt de binnenunit
een lichte bries (schakelt over naar lichte bries).
De richting van de luchtstroom wijzigt naar hori-
zontaal. (De afstandsbediening toont de inge-
stelde ventilatorsnelheid en luchtstroomrichting.)
DROGEN
de binnentemperatuur te verlagen. De binnen-
temperatuur bij het indrukken van de werkings-
knop zal de ingestelde temperatuur zijn. Op dit
moment worden de ventilatorsnelheid en tempe-
ratuur automatisch ingesteld; de afstandsbedie-
ning toont de ventilatorsnelheid en ingestelde
temperatuur dus niet.
Om de binnentemperatuur en vochtigheid opti-
maal te verlagen, gebruikt u eerst de stand KOE-
LEN om de binnentemperatuur te verlagen, en
daarna het PROGRAMMA DROGEN. Wanneer
de binnentemperatuur wordt verlaagd, kan de
luchtstroom uit de airconditioner stoppen.
luchtstroom moet u de airconditioner een tijdje in
een andere richting gebruiken om condensatie op
de horizontale rotor te voorkomen. (De afstands-
bediening toont de ingestelde luchtstroomrich-
ting.)
gebruikt bij een lage binnentemperatuur, zal er
rijm gevormd worden op de warmtewisselaar van
de binnenunit. In dit geval schakelt de airconditio-
ner gedurende enige tijd automatisch om naar de
stand ONTDOOIEN.
Een lage ventilatorsnelheid of een zachte wind
wordt gebruikt om te voorkomen dat er smeltwa-
ter vrijkomt.
Nederlands