Aanbevolen posities voor luchtstroomrichting
Koelen
Verwarmen
Wij raden u aan de ventilator te gebruiken in de hier-
boven aangegeven stand wanneer de richting van
de ventilator wordt bepaald.
B. LINKS EN RECHTS
• Dit wordt niet beschouwd als de hoek van het
horizontale blad.
OPMERKING
• Maak pas instellingen nadat u de op- en neer-
waartse luchtstroomrichting vast hebt ingesteld.
Uw hand kan klem komen te zitten als u instellin-
gen probeert te maken terwijl het horizontale blad
draait.
• Stop het draaien van de rotor voordat u probeert
de hoek aan te passen. Uw vingers kunnen
bekneld raken wanneer u de rotor aanpast terwijl
deze draait.
• De vier vinnen voor de linker en rechter lucht-
stroomrichting werken samen in dezelfde richting.
Gebruik geen units naast elkaar met de in de
tekening weergegeven instelling. Dit kan leiden
tot het druppelen van condensatie.
Verticale klepunit (bovenaanzicht)
Lucht
7. OPTIMALE WERKING
Ga als volgt te werk om te controleren of de aircon-
ditioner op de juiste manier werkt.
• Voorkom direct zonlicht door het raam door gordij-
nen of luiken te gebruiken tijdens het KOELEN.
• Houd deuren en ramen dicht. Indien de ramen en
deuren open blijven, stroomt de lucht van de kamer
naar buiten en wordt het koel- en verwarmingsef-
fect verminderd.
• Plaats nooit voorwerpen in de buurt van de lucht-
inlaat en de luchtuitlaat van de airconditioner.
Deze kunnen het effect negatief beïnvloeden of
de unit stoppen.
10
Lucht
Verticale kleppen
• Stel de kamertemperatuur in op een comfortabele
waarde. Voorkom overmatig koelen of verwar-
men.
Hiermee wordt enkel elektriciteit verspild.
• Wanneer "
" verschijnt op de display, moet een
erkend onderhoudstechnicus vragen om de filters
te reinigen.
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 11.)
Wanneer de binnenunit wordt gebruikt met een
verontreinigd luchtfilter, kan dit een afname van
de capaciteit of zelfs storingen tot gevolg hebben.
• Plaats tv's, radio's en stereo's 1 m of verder uit de
buurt van de binnenunit en afstandsbediening.
Het beeld kan onscherp worden en er kan ruis
ontstaan.
• Zet de stroomonderbreker uit wanneer de unit
langere tijd niet wordt gebruikt. Wanneer de
stroomonderbreker ingeschakeld blijft, verbruikt
de airconditioner toch een kleine hoeveelheid ver-
mogen, hoewel hij niet in werking is. (*1)
Zet de stroomonderbreker uit om energie te
besparen. Schakel de stroomonderbreker onge-
veer 6 uur voordat u het apparaat opnieuw gaat
gebruiken opnieuw in voor een probleemloze wer-
king.
(Zie "8. ONDERHOUD" op pagina 11.) (*2)
*1 Hoeveel energie wordt verbruikt wanneer de
buitenunit niet in werking is, hangt af van het
model.
*2 De instelling die van kracht was voordat de
stroomonderbreker wordt uitgeschakeld,
wordt opgeslagen. (De timerinstelling wordt
gewist.)
• Maak goed gebruik van de functie voor afstelling
van de luchtstroomrichting.
Koude lucht verzamelt zich op de vloer en warme
lucht onder het plafond.
Stel de luchtrichting op horizontaal tijdens het
KOELEN of het PROGRAMMA DROGEN en richt
deze naar beneden tijdens het VERWARMEN.
Zorg dat de lucht niet rechtstreeks op een per-
soon wordt geblazen.
• Gebruik de werking met de TIMER op een doel-
treffende manier.
Het duurt soms even voordat de binnentempera-
tuur de ingestelde waarde bereikt. Het is aanbe-
volen om de werking vooraf te starten door de
TIMER te gebruiken.
Nederlands