Controleer de O-ring van het deksel en
vervang hem indien nodig.
Schroef het oliefilterdeksel vast.
Wis eventueel gemorste olie van de
motor.
Vervang de pakking van de aftapplug.
Maak de plaats voor de pakking op de
motor en de olieaftapplug schoon en
breng de plug weer aan.
Vul de motor tot het juiste niveau met
de aanbevolen olie.
Raadpleeg de SPECIFICATIES voor het
olievolume.
Start de motor en laat hem enkele mi-
nuten stationair draaien.
Controleer of er geen lekkage is ter
hoogte van de oliefilter en de olieaftap-
plug.
Stop de motor.
Wacht even tot de olie is doorge-
stroomd naar het carter en controleer
het oliepeil.
Vul bij indien nodig.
Verwijder de oude olie volgens de
plaatselijke milieuvoorschriften.
Radiator
Radiatorinspectie
Controleer af en toe of de omgeving
van de radiator schoon is.
vmo2006-016-007_a
TYPISCH
1. Radiator
Inspecteer de radiator en slangen op
lekkage of andere schade.
Inspecteer de radiatorvinnen. Ze moe-
ten schoon zijn, vrij van modder, vuil,
bladeren en andere verontreinigingen
die de koelprestatie van de radiator in
het gedrang kunnen brengen.
Verwijder zoveel mogelijk verontreini-
gingen met de hand. Heeft u water ter
beschikking, probeer de radiatorvin-
nen dan af te spoelen.
Spuit de radiatorvinnen schoon met
een tuinslang, indien mogelijk.
Maak de radiator nooit schoon met
uw handen terwijl hij nog heet is.
Laat de te reinigen radiator eerst
afkoelen.
_____________________
ONDERHOUDSPROCEDURES
WAARSCHUWING
97