vmo2006-007-025_a
1. Batterij
2. Bevestigingsband
Accu reinigen
Reinig de accu, de behuizing en polen
met een oplossing van natriumcarbo-
naat en water.
Verwijder roest van de accuklemmen
en -polen met een harde stalen borstel.
De
accubehuizing
schoongemaakt met een zachte bor-
stel en een natriumcarbonaat-oplos-
sing.
Batterij installeren
Installeer de accu terug in het voertuig.
WAARSCHUWING
Sluit eerst de RODE (+) kabel aan
en dan de ZWARTE (-). Sluit altijd
eerst de RODE (+) kabel aan.
Zekeringen
WAARSCHUWING
Schakel de contactschakelaar altijd
UIT voordat u een defecte zekering
vervangt.
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde capa-
citeit.
moet
worden
_____________________
Gebruik geen zekering
MERK OP
met een hogere capaciteit, om ern-
stige schade te vermijden.
Inspectie van de zekering
Om de zekering uit de houder te verwij-
deren, haalt u het deksel van de zeke-
ringhouder en trekt de zekering eruit.
Controleer of de draad is gesmolten.
TYPISCH
1. Zekering
2. Nakijken op gesmolten delen
Plaats van de zekeringen vooraan
De zekeringen bevinden zich in het ser-
vicecompartiment vooraan.
Open het paneel van het servicecom-
partiment vooraan door het te ontgren-
delen en omhoog te trekken.
Verwijder het van het voertuig.
ONDERHOUDSPROCEDURES
109