ONDERHOUDSPROCEDURES
Let op dat u de radi-
MERK OP
atorvinnen niet beschadigt bij de
reiniging. Gebruik geen werktui-
gen/voorwerpen die de vinnen kun-
nen beschadigen. De vinnen zijn
doelbewust erg dunne onderde-
len, om een efficiënte koeling mo-
gelijk te maken. GEBRUIK VOOR
HET SCHOONSPUITEN ALLEEN LA-
GE DRUK; GEBRUIK GEEN HOGE-
DRUKREINIGER.
Laat de werking van het koelsysteem
controleren door een erkende Can-Am
dealer.
Motorkoelvloeistof
Motorkoelvloeistofpeil
WAARSCHUWING
Controleer
het
wanneer de motor koud is. Voeg
nooit koelmiddel toe aan het koel-
systeem terwijl de motor heet is.
OPMERKING: Voer terwijl u het koel-
vloeistofpeil controleert een visuele
inspectie op lekken uit.
Verwijder het paneel van het service-
compartiment vooraan.
Open het paneel van het servicecom-
partiment vooraan door het te ontgren-
delen en omhoog te trekken.
Verwijder het van het voertuig.
Wanneer het voertuig op een vlak op-
pervlak staat moet het vloeistofpeil
tussen de MIN. en MAX. merktekens
van het koelmiddelreservoir staan.
______________________
98
koelmiddelpeil
vmo2006-007-016_a
KOELMIDDELRESERVOIR
OPMERKING: Wanneer u het peil
controleert bij een temperatuur on-
der 20°C (68°F) kan het iets onder het
MIN. merkteken liggen.
Voeg indien nodig koelvloeistof toe tot
het MAX. merkteken.
Gebruik een trechter om morsen te
vermijden. Nooit teveel bijvullen.
Sluit de vuldop opnieuw en draai hem
stevig aan.
Installeer het paneel van het service-
compartiment vooraan terug.
Als u koelvloeistof aan het koelmiddel-
reservoir toevoegt, controleer dan ook
het peil in de radiator.
Voeg koelvloeistof toe indien nodig.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiatordop niet ter-
wijl de motor heet is, om brand-
wonden te voorkomen.