BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
– Wees altijd voorzichtig bij het slippen of schuiven. Oefen met lage snel-
heid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voer-
tuig veilig onder controle kunt houden. Rijd traag en uiterst voorzichtig
op een zeer gladde ondergrond, bijvoorbeeld op ijs, om te verkomen dat
het voertuig oncontroleerbaar gaat slippen.
– Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat
dieper is dan aangegeven in deze Gebruikershandleiding. Vergeet niet
dat natte remmen een sterk verminderd remvermogen hebben. Test uw
remmen zodra u weer op het droge bent. Rem eventueel enkele malen
zodat de remblokken door de wrijving drogen.
– Controleer altijd of er geen hindernissen of mensen achter het voertuig
staan, wanneer u achteruit rijdt. Rijd altijd traag achteruit.
– Gebruik altijd banden van het type en de maat die verder in deze Gebrui-
kershandleiding zijn aangegeven. Zorg altijd voor de juiste bandenspan-
ning, zoals verder in deze Gebruikershandleiding wordt beschreven.
– Voer nooit onoordeelkundige wijzigingen aan uw voertuig uit, bij-
voorbeeld verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Gebruik
alleen door BRP goedgekeurde accessoires. Installeer NOOIT een passa-
giersstoel en laat nooit een passagier plaatsnemen op de bagagerekken.
– Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig,
inclusief bestuurder, alle lasten en bijkomende accessoires. Verdeel de
last gelijkmatig en bevestig alles stevig. Matig uw snelheid en volg de
instructies in deze handleiding voor het vervoer van lasten en het trekken
van een aanhangwagen. Voorzie een langere remafstand.
________
12
WAARSCHUWING
INFORMATIE OVER DE VEILIGHEID
________