vmo2006-007-013_a
RECHTERKANT VAN DE MOTOR
1. Peilstok
Om het oliepeil te controleren plaatst u
het voertuig op een vlak oppervlak met
niet-draaiende, koude motor. Ga als
volgt te werk:
1. Schroef de peilstok los, verwijder
hem en wrijf hem schoon.
2. Plaats de peilstok terug en schroef
hem helemaal vast.
3. Verwijder de peilstok en lees het
oliepeil af. Het peil moet dichtbij of
op het bovenste merkteken zitten.
TYPISCH
1. Volledig
2. Bijvullen
3. Gebruiksbereik
Verwijder de peilstok om olie toe te
voegen. Steek een trechter in de buis
om morsen te voorkomen.
Voeg een beetje van de aanbevolen
olie toe en controleer het oliepeil op-
nieuw.
Herhaal de procedure hierboven tot
het oliepeil het bovenste merkteken
op de peilstok heeft bereikt. Nooit te-
veel bijvullen.
Bevestig de peilstok correct.
Aanbevolen Motorolie
Gebruik 4-taktolie SAE 5W30 die vol-
doet aan de vereisten van de API-clas-
sificatie SM, SL of SJ of deze overtreft.
Controleer altijd of het API-label op de
oliebus minstens één van deze nor-
men bevat.
Tijdens de heetste dagen van de zomer
kan er ook minerale olie BRP XP-S™
10W40 (Stuknr. 219 700 346) worden
gebruikt.
OPMERKING: Voor een optimale per-
formantie in alle seizoenen bevelen we
het gebruik aan van XP-S 5W40 synthe-
tische olie (Stuknr. 293 600 039).
_____________________
ONDERHOUDSPROCEDURES
95