#5.14 Boost methode
Er kan een keuze gemaakt worden tussen Vector regeling en conventionele boostregeling. Vectorregeling geeft een
beter en dynamischer regelgedrag in met name het lage frequentiegebied. Een nadeel van vectorregeling is meer
warmteontwikkeling van de motor in dit lage frequentiegebied en het feit dat meerdere motorvariabelen exact bekend
moeten zijn.
Ur_S = Vectorregeling met statorweerstands- en spanningsoffsetmeting bij iedere start. De uitkomst van deze
meting wordt automatisch geprogrammeerd in #5.17 en #5.23.
Ur
= Geen meting, de inhoud van #5.17 en #5.23 kan manueel gewijzigd worden.
Fd
= Fixed boost conventionele boostmethode, bij voorkeur gebruikt bij meerdere motoren parallel aangesloten
op de Commander SK. Boostniveau wordt bepaald afhankelijk van #5.09 en #5.15.
Ur A = Statorweerstand en spanningsoffset worden gemeten bij de eerste start vanuit fabrieksprogrammering.
Na deze meting zal #5.14 op 1 geprogrammeerd worden.
Ur I
= Vectorregeling met statorweerstands- en spanningsoffsetmeting bij iedere inschakeling van de voedings-
spanning.
SrE
= Gefixeerde boostmethode met kwadratische curve overeenkomstig de programmering in #5.15.
Deze is curve is ten behoeve van werktuigen met een kwadratische koppel-toerenkromme zoals ventila-
toren en centrifugaalpompen.
# 5.18 Schakel- of modulatiefrequentie
Een hogere schakelfrequentie geeft een lager geluidsniveau van de motor maar ook een hoger verliesvermogen in de
drive. Als de Commander SK op een hogere schakelfrequentie is geprogrammeerd als 3 kHz zal zonodig de schakel-
frequentie automatisch worden gehalveerd om te voorkomen dat een overtemperatuur van het koellichaam of de
IGBT transistoren optreed. Deze halvering van de schakelfrequentie is afhankelijk van de belasting, uitgangsfre-
quentie en koellichaamtemperatuur. Automatische halvering van de schakelfrequentie is uitschakelbaar d.m.v. #5.35.
In de Commander SK is een omvangrijk thermisch management opgenomen wat gebaseerd is op temperatuur- en
belastingsmetingen aangevuld met een thermisch model. Deze gezamelijke gegevens resulteren in een thermisch
belastingsniveau wat wordt weergegeven in #7.35 en wat het toerental van de koelventilatoren in de Commander SK
regelt. Door het aansturen van #6.45 kunnen deze ventilatoren naar wens naar maximaal toerental gedwongen
worden. Het automatisch omschakelen van de schakelfrequentie is gebaseerd op de volgende feiten en bereke-
ningen.
Koellichaam >95 ° C .................................Oh.t2 storing
Koellichaam >92 ° C .................................Reductie van schakelfrequentie naar 3 kHz.
Koellichaam >88 ° C .................................Reductie van schakelfrequentie naar 6 kHz
Koellichaam <85 ° C en IGBT < 135 ° C ...Verdubbeling schakelfrequentie toegestaan
IGBT > 135 ° C .........................................Reductie van schakelfrequentie, indien reeds op 3 kHz dan th storing
IGBT > 145 ° C .........................................Oh.t1 storing
400 Volt regelaars
geschikt voor 200
L1
Volt AC voeding.
6.10
L2
L3
SK handleiding, versie 7
SK menu 5
Motormap
DC tussenkring
Gelijkrichter
pagina 82 van 154
IGBT stack
Koel-
ventilator
M
Thermisch
6.45
management
1
0
Ventilatoren
volle snelheid
U
M
V
W
° C
Koellichaam
7.04
temperatuur
° C
Vermogens-
7.05
circuit temp.
° C
IGBT junction
7.34
temperatuur
%
Thermische
7.35
belasting
° C
Gelijkrichter
7.36
temp. b.g. 6