Par.nr.
Omschrijving
5.20
Quasi blokgolf modulatie
5.21
5.22
5.23
Spanningsoffset
5.24
Transiente motorinductie
5.25
5.26
5.27
Vrijgave slipcompensatie
(Zie tevens volgende pagina's)
5.28
5.29
5.30
5.31
5.32
5.33
5.34
Snelheid in display
(23)
5.35
Schakelfrequentie niet halveren bij
thermische overbelasting.
5.36
5.37
Actuele schakelfrequentie
5.38
5.39
5.40
5.41
5.42
5.43
5.44
5.45
5.46
5.47
5.48
5.49
5.50
Toegangscode in #10
SK handleiding, versie 7
SK menu 5
Motormap
Type
Eenh.
Fabr.
progr.
RW,Bit
OFF (0)
RO,U
Volt
0,0
RO,U
mH
0,000
RW,Bit
On (1)
RW,U,F
Fr (0)
RW,Bit
OFF (0)
RO,U
KHz
RW,U
L1 (0)
pagina 80 van 154
Bereik
Bijzonderheden
On (1)
Ter verkrijging van een hogere uitgangs-
spanning dan ingangsspanning van de drive.
Geeft boven nominale motorfrequentie meer
harmonische motorstroom.
25,0
De benodigde offset DC-spanning welke
gemeten wordt m.b.v. #5.14
320,00
Wordt gemeten tijdens roterende autotune.
OFF (0)
Belastingsafhankelijk zal de motorfrequentie
verhoogd worden om het toerental van de
motoras constant te houden. Kan bij een
aangedreven massatraagheid tot oscillatie
leiden.
Fr (0)
Fr = Frequentie #2.01
SP (1)
SP = Motorsnelheid in RPM
Cd (2)
Cd = Door gebruiker zelf vastgelegde
eenheden per tijdseenheid, scaling
d.m.v. #24 of #11.21
On (1)
OFF = Het thermische model van de drive
halveert de schakelfrequentie zonodig
om oververhitting van de IGBT's te
voorkomen.
On = Schakelfrequentie is gefixeerd.
3 (0)
3
(0) = 3 kHz
6 (1)
6
(1) = 6 kHz
12 (2)
12 (2) = 12 kHz
18 (3)
18 (3) = 18 kHz
L1 (0)
L1 = Parameter 0-10 bereikbaar.
L2 (1)
L2 = Parameter 0-60 bereikbaar
L3 (2)
L3 = parameter 0-95 bereikbaar
Loc (3)
Loc = Persoonlijke code actief