Is het systeem beschadigd, verwijder dan niet het beschadigde materiaal en meld de schade onmiddellijk aan het
vervoerbedrijf en vraag of ook zij het systeem komen controleren.
Meld de schade onmiddellijk aan de vertegenwoordiger van de fabrikant en stuur indien mogelijk foto's op die nuttig kunnen
zijn om de verantwoordelijkheid te bepalen.
De schade mag niet worden gerepareerd tot er een inspectie is gebeurd door de vertegenwoordiger van de
vervoermaatschappij.
Controleer voorafgaand aan de installatie van het systeem of het model en de voedingsspanning aangegeven op het
typeplaatje correct zijn. De aansprakelijkheid voor schade na de aanvaarding van het systeem kan niet op de fabrikant
worden verhaald.
3
OPERATIONELE LIMIETEN
3.1
Opslag
De omgevingsomstandigheden moeten binnen de volgende limieten vallen:
Minimale omgevingstemperatuur
Maximale omgevingstemperatuur :
Maximale relatieve vochtigheid
De opslag bij een temperatuur onder het minimum kan de componenten beschadigen, terwijl de opslag bij een temperatuur
boven het maximum de veiligheidskleppen kan doen opengaan. De opslag in een vochtige omgeving kan de elektrische
componenten beschadigen.
3.2
Bedrijf
De werking is toegestaan binnen de volgende limieten:
EWAD_TZ_B / EWAH_TZ_B
SERIE
OMVANG
ZILVER
GOUDEN
PLATINA
EWAD_TZ_C / EWAH_TZ_C
SERIE
OMVANG
SILVER R134a
H11-C19
GOLD R134a
C11-H17
SILVER R1234ze
710-C16
GOLD R1234ze
670-C15
De operationele mogelijkheden kunnen worden uitgebreid door de selectie van specifieke opties (zoals een uitrusting voor
hoge omgevingstemperatuur, een versie van water met koelvloeistof, enz.) die het toestel toelaten om te werken in een
omgevingstemperatuur - op volledig vermogen- van meer dan +46°C en/of om te werken met koelwater dat bij het verlaten
een temperatuur van minder dan +4°C heeft.
De hierboven vermelde waarden zijn louter indicatief. Raadpleeg de koelerselectiesoftware voor de echte bedrijfswaarden
voor het specifiek model.
Als algemene regel geldt dat de groep gebruikt moet worden met een waterdebiet van de verdamper tussen 50 % en 120
% van het nominale debiet (in standaardwerkomstandigheden). Controleer echter de koelerselectiesoftware voor de juiste
toegestane minimum en maximum waarden voor het specifiek model.
Een werking buiten de aangeduide limieten kan het systeem beschadigen.
Neem contact op met de vertegenwoordiger van de fabrikant in geval van twijfel.
4
MECHANISCHE INSTALLATIE
4.1
Veiligheid
Het systeem moet stevig aan de grond verankerd worden.
Het is van fundamenteel belang de volgende instructies in acht te nemen:
D–EIMAC01603–18_02NL - 10/30
:
-20°C
57°C
:
95% zonder condens
Wateruitlaattemperatuur verdamper
Modus
Koelen
160-700
4÷18°C
820-C11
4÷20°C
190-680
4÷18°C
770-C11
4÷20°C
190-620
4÷18°C
720-950
4÷20°C
Wateruitlaattemperatuur verdamper
Modus
Koelen
4÷25°C
4÷25°C
4÷25°C
4÷25°C
Koeling met glycol,
IJsmodus
-8÷18°C
-8÷20°C
-8÷18°C
-8÷20°C
-8÷18°C
-8÷20°C
Koeling met glycol, IJsmodus
-12÷25°C
-12÷25°C
-12÷25°C
-12÷25°C
Buitentemperatuur
bij
belasting
-18÷47°C
-18÷45°C
-18÷50°C
-18÷50°C
-18÷53°C
-18÷55°C
Omgevingstemperatuur buiten
@ volledig belasting
-18÷50°C
-18÷52°C
-18÷55°C
-18÷55°C
volle