CAN-Bus
Omschrijving
Aan iedere CAN-ingang kan een eigen omschrijving gegeven worden. De keuze van de omschrijving
geschiedt zoals bij de ingangen uit verschillende betekenisgroepen of gebruikersgedefinieerd.
Voorbeeld:
CAN-Bus time-out
Vastleggen van de time-outtijd van de CAN-ingang (minimale waarde: 5 minuten).
Zolang de informatie voortdurend vanuit de CAN-Bus wordt ingelezen, is de netwerkfout van de
CAN-ingang „Nee".
Heeft de laatste actualisering van de waarde langer als de ingestelde time-outtijd plaatsgevonden,
gaat de netwerkfout van „Nee" naar „Ja". Dan kan worden vastgelegd, of de laatst overgedragen
waarde of een te kiezen vervangingswaarde uitgegeven wordt (alleen bij instelling meetgrootheid:
Gebruikersgedefinieerd).
Omdat de netwerkfout als bron voor een functie-ingangsvariabelen kan worden gekozen, kan op de
uitval van een CAN-Bus of van de verzendknoop worden gereageerd.
In de Systeemwaardes / Algemeen staat de netwerkfout van alle CAN-ingangen ter beschikking.
Sensorcheck
Met sensorcheck „Ja" staat de sensorfout van de sensor, van welke de CAN-ingang wordt
overgenomen, als ingangsvariabele van een functie ter beschikking.
Meetgrootheid
Wordt als meetgrootheid „Automatisch"genomen, dan wordt de eenheid, welke de verzendknoop
opgeeft, in de regelaar gebruikt.
Bij de keuze „Gebruikersgedefinieerd" kunnen een eigen eenheid, een sensorcorrectie en bij een
actieve sensorcheck bewakingsfuncties worden gekozen.
Aan iedere CAN-ingang wordt een eigen eenheid toegewezen, welke afwijkend tot de eenheid van de
verzendknoop kan zijn. Er staan verschillende eenheden ter beschikking.
38
Deze
keuze
wordt
„Gebruikersgedefinieerd" weergegeven.
alleen
bij
meetgrootheid