Oplossing 3: controleer het papier
Oplossing: Controleer het papier dat in de papierlade is geplaatst en de
afdrukinstellingen.
Het papier in de papierlade plaatsen
1. Haal het netsnoer uit de achterkant van het apparaat terwijl het apparaat aan
staat.
2. Wacht 30 seconden en sluit het netsnoer dan opnieuw aan op de achterzijde van
het apparaat.
3. Als het apparaat niet al aan staat, schakel het dan in door op de Aan/uit-knop te
drukken.
4. Verwijder de stapel papier uit de papierlade en controleer of al het papier van
hetzelfde formaat en hetzelfde type is.
5. Vervang papier dat gescheurd, stoffig, gekreukeld of gevouwen is.
Als het papier is opgekruld, vouw het papier dan voorzichtig in de tegengestelde
richting om het recht te maken of vervang het papier.
Opmerking
opgelost.
6. Tik met de stapel papier op een vlakke ondergrond om de randen van het papier
gelijk te krijgen.
7. Controleer of de papierstapel 10 tot 25 vellen papier bevat.
8. Plaats de stapel papier in de papierlade met de korte kant naar voren en de
afdrukzijde naar beneden. Schuif de stapel papier vooruit tot hij niet verder kan.
9. Verschuif de papierbreedtegeleider en de papierlengtegeleider naar binnen tot
deze tegen de randen van het papier aankomen.
Opmerking
papierstapel in de papierlade past.
10. Controleer of de afdrukinstellingen, het papierformaat en de papiersoort
overeenstemmen met het papier dat in de papierlade is geplaatst.
Bekijk de volgende taken voor meer informatie over het controleren en wijzigen
van deze instellingen.
11. Probeer nogmaals af te drukken.
Gebruik normaal papier in de printer tot het probleem is
Plaats niet te veel papier in de papierlade. Zorg ervoor dat de
Papierproblemen
81