Hoofdstuk 9
•
Wanneer u een printcartridge uit de printer verwijdert, bewaart u hem altijd in een
luchtdichte plastic zak om hem te beschermen en om te voorkomen dat de inkt
uitdroogt.
•
Bewaar alle ongebruikte printcartridges in de oorspronkelijke verzegelde verpakking
totdat u ze nodig hebt. Bewaar printcartridges op kamertemperatuur (15 - 35 °C).
•
Verwijder de kunststof tape op de inktsproeiers pas als u gereed bent om de
printcartridge in de printer te plaatsen. Als de kunststof tape van de printcartridge is
verwijderd, mag u hem niet meer terugplaatsen. Als u de tape opnieuw bevestigt,
beschadigt u de printcartridge.
Let op
of een stekkerblok uitschakelt. Op die manier kan de printer de printcartridges op de
juiste manier opbergen. Laat de printcartridge die u in gebruik hebt, altijd in de printer
zitten wanneer u de printer opbergt.
Printerwerkset
De werkset van de printer bevat een aantal handige hulpmiddelen om de prestaties van
de printer te verbeteren.
Met de werkset van de printer kunt u het volgende doen:
•
Printcartridges uitlijnen
•
Printcartridges automatisch reinigen
•
Druk een testpagina af
•
Een schatting van het inktniveau bekijken
De werkset van de printer openen
1. Open het
2. Klik op het tabblad Functies en vervolgens op de knop Printerservices.
De werkset wordt weergegeven.
56
Onderhoud
Schakel de printer altijd uit met de Aan/uit-knop, voor u het netsnoer uittrekt
Dialoogvenster Eigenschappen voor
printer.