Het papierformaat en de papiersoort instellen
De papierinstelling in het apparaat en de drivers moeten overkomen om zonder fouten af te drukken.
In de driver of de toepassing stelt u de papiersoort in via het venster Afdrukopties > Eigenschappen > tabblad
Papier > Type.
OPMERKING:
gaan.
Na het plaatsen van papier in de papierlade, stelt u het papierformaat en de papiersoort in met de knoppen op
het bedieningspaneel.
1.
Selecteer Menu
bedieningspaneel.
2.
Selecteer de lade en de optie die u wilt.
3.
Druk op
4.
Klik op de knop Terug
papierinstellingen. Selecteer de papiersoort indien gewenst.
5.
Druk op de knop Stoppen
OPMERKING:
Bewerken... en stelt u Instellingen voor aangepast papierformaat in bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
34
Hoofdstuk 3 Afdrukmateriaal en lade
Mogelijk moet u voor sommige modellen op
> Systeeminstellingen > Papierinstellingen > Papierformaat of Papiersoort op het
OK
om de selectie op te slaan.
rechts van de menuknop om terug te keren naar het scherm met
om terug te keren naar de modus Gereed.
Als u speciale papierformaten wilt gebruiken, selecteert u het tabblad Papier > Formaat >
OK
drukken om naar menu's op lagere niveaus te
NLWW