complexe functies verdeelt in beheersbare, onafhankelijk, functionele lagen. De lagen zijn, van boven naar beneden:
toepassing, presentatie, sessie, transport, netwerk, gegevenskoppeling en fysiek.
PCL
PCL (Printer Command Language) is een paginabeschrijvingstaal die door HP is ontwikkeld als een printerprotocol en die een
industriestandaard is worden. Oorspronkelijk ontwikkeld voor vroege inkjetprinters, is PCL uitgebracht op verschillende
niveaus voor thermische printers, matrix- en laserprinters.
PDF
PDF (Portable Document Format) is een indeling die is ontwikkeld door Adobe Systems voor de weergave van
tweedimensionale documenten in een apparaatonafhankelijke en resolutieonafhankelijke indeling.
PostScript
PostScript (PS) is een paginabeschrijvingstaal en programmeertaal die voornamelijk wordt gebruikt op het gebied van
elektronica en DTP. - die wordt uitgevoerd in een interpreter voor het genereren van een afbeelding.
PPM
PPM (pagina's per minuut) is een methode om te meten hoe snel een printer werkt (hoeveel pagina's een printer in een
minuut kan produceren).
Printer Driver (Printerstuurprogramma)
Een programma dat opdrachten verzendt en gegevens overbrengt van de computer naar de printer.
PRN file (INF-bestand)
Een interface voor een apparaatdriver, zodat software met het apparaatdriver kan communiceren met behulp van
systeemaanroepen voor invoer/uitvoer, waardoor veel taken eenvoudiger worden.
Protocol
Een norm of standaard die de verbinding, communicatie en gegevensoverdracht tussen twee computers bepaalt of mogelijk
maakt.
RADIUS
RADIUS (Remote Authentication Dial In User Service) is een protocol voor externe gebruikersverificatie en accounting.
RADIUS maakt centraal beheer van verificatiegegevens, zoals gebruikersnamen en wachtwoorden, mogelijk met behulp van
verificatie, autorisatie en controle voor het beheren van de netwerktoegang.
SMB
SMD (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast voor het delen van bestanden,
printers, seriële poorten en diverse communicatie tussen knooppunten in een netwerk. Het is ook een geverifieerd
communicatiemechanisme tussen processen.
SMTP
SMTP (Simple Mail Transfer Protocol) is de standaard voor het verzenden van e-mail via internet. SMTP is een relatief
eenvoudige protocol op basis van tekst, waarbij een of meer ontvangers van een bericht worden opgegeven en de
berichttekst vervolgens wordt verzonden. Het is een client/serverprotocol waarbij de client een e-mailbericht verzendt naar
de server.
Sortering
Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak met meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Als sorteren wordt
geselecteerd, drukt het apparaat een gehele set af voordat de volgende exemplaren worden afgedrukt.
SSID
SSID (Service Set Identifier) is een naam van een draadloos LAN (WLAN). Alle draadloze apparaten in een WLAN gebruiken
dezelfde SSID om met elkaar te kunnen communiceren. De SSID's zijn hoofdlettergevoelig en hebben een maximale lengte
van 32 tekens.
Standaard
De waarde of instelling die van kracht is wanneer een printer uit de doos wordt gehaald, is gereset of is geïnitialiseerd.
NLWW
Verklarende woordenlijst 183