Opmerking: De drive-to-drive link kan alleen gebruikt worden indien de interne
veldbus interface gedeactiveerd is. Zie, voor meer informatie over de interne veldbus
interface, de Firmwarehandleiding.
Safe torque off (XSTO)
Beide aansluitingen (OUT1 op IN1 en OUT2 op IN2) moeten gesloten zijn voordat
de omvormer kan starten. Dit is uitgevoerd door middel van een
veiligheidsschakelaar en bijbehorende bedrading. Zie pagina 43.
Standaard heeft het klemmenblok jumpers om het circuit te sluiten. Verwijder de
jumpers voordat u een extern Safe Torque Off circuit op de omvormer aansluit. Zie
pagina 43.
Meer informatie is beschikbaar in Safe torque off function for ACS850 and ACQ810
drives application guide (3AFE68929814 [Engels]). Zie de betreffende
Firmwarehandleiding voor verwante parameter-instellingen.
Aarden en leiden van de besturingskabels
De afschermingen van alle besturingskabels aangesloten op de JCU besturingsunit
moeten geaard worden bij de klemplaat van de besturingskabels. Gebruik vier M4
schroeven om de plaat te bevestigen zoals hieronder getoond (twee van de
schroeven worden ook gebruikt om de montagebeugel van de kap vast te zetten).
De plaat kan of aan de bovenkant of aan de onderkant van de omvormer
gemonteerd worden.
Leg de kabels door de montagebeugel alvorens de aders aan te sluiten. De kabels
die naar de klemmenblokken op de besturingsunit lopen, moeten langs de
rechterkant van de omvormermodule geleid worden. Zie onderstaande tekeningen.
De afschermingen dienen ononderbroken te zijn tot zo dicht mogelijk bij de klemmen
van de JCU. Verwijder alleen de buitenmantel van de kabel bij de kabelklem, zodat
de klem op de blote afscherming drukt. Gebruik bij het klemmenblok krimpkousen of
isolatietape om eventuele losse draadjes in te sluiten. De afscherming (vooral als er
meerdere afschermingen zijn) kan ook afgesloten worden met een kabelschoen en
met een schroef vastgezet worden op de klemplaat. Sluit het andere uiteinde van
het aardscherm niet aan of aard indirect via een hoogfrequente condensator van
enkele nanofarad (bijvoorbeeld 3,3 nF / 630 V). Het aardscherm kan ook aan beide
uiteinden rechtstreeks worden geaard als ze worden aangesloten op dezelfde
aardleiding, zonder een aanzienlijk spanningsverschil tussen de twee uiteinden.
Twist de signaalkabels tot zo dicht mogelijk bij de klemmen. Door de kabel met de
retourkabel te twisten worden storingen door inductieve koppeling verminderd.
Verwijder, alvorens het kappenstelsel terug te zetten, de betreffende uitdrukplaatjes
aan de rechteronderkant van de kap om doorvoeren te maken voor de
besturingskabels die naar de klemmenblokken lopen.
Zet de kappen weer terug volgens de instructies op pagina 49.
73
Elektrische installatie