Koeling en beschermingsgraden
De kast moet voldoende vrije ruimte hebben zodat de onderdelen verzekerd zijn van
voldoende koeling. Neem de minimale tussenafstanden in acht die voor elk
onderdeel gegeven zijn.
De luchtinlaten en -uitlaten moeten voorzien zijn van roosters die
• de luchtstroom leiden
• beschermen tegen aanraking
• voorkomen dat waterspatten de kast binnendringen
Onderstaande tekening toont twee typische oplossingen voor koeling van de kast.
De luchtinlaat zit onder in de kast, terwijl de uitlaat bovenin zit, ofwel in het bovenste
deel van de deur, ofwel in de bovenkant.
Regel de koelluchtstroming door de modules zodanig dat er aan de eisen uit het
hoofdstuk
• koelluchtstroom
Opmerking: De waarden in
continue nominale belasting. Als de belasting minder is dan nominaal, is minder
koellucht vereist.
• toegestane omgevingstemperatuur.
Zorg er voor dat de luchtinlaten en- uitlaten groot genoeg zijn. Houdt er rekening
mee dat, naast het vermogensverlies van de omvormermodule, ook de warmte
afgegeven door kabels en andere extra apparatuur geventileerd moet worden.
De interne koelventilatoren van de modules zijn doorgaans voldoende om de
temperatuur van de componenten laag genoeg te houden in IP22 kasten.
In IP54 kasten worden dikke filtermatten gebruikt om te voorkomen dat waterspatten
de kast binnenkomen. Dit brengt met zich mee dat er extra koelapparatuur
Technische gegevens
Luchtuitlaat
Luchtinlaat
voldaan wordt:
Technische gegevens
Plannen van de schakelkast inbouw
zijn van toepassing op
29