Stroomschema voor installatie en inbedrijfstelling
Planning van de installatie.
Controleer de omgevingsomstandigheden, nominale
waarden, vereiste luchtstromen voor koeling,
aansluitingen op de netvoeding, geschiktheid van de
motor, motoraansluitingen en andere technische
gegevens.
Kies de kabels.
Uitpakken en onderdelen controleren.
Controleer of alle noodzakelijke optiemodules en
apparatuur aanwezig en correct zijn.
Er mag uitsluitend een onbeschadigde omvormer
worden opgestart.
Controle van de installatieplaats.
Als de omvormer wordt aangesloten op een IT-
systeem (niet-geaard) of hoekgeaard systeem, zorg
dan dat het interne EMC-filter van de omvormer
losgekoppeld is.
Installeer de omvormer in een kast.
Leid de kabels.
Controleer de isolatie van de voedingskabel, de
motor en de motorkabel, en de weerstandskabel
(indien aanwezig).
Taak
Zie
27)
35)
Handleiding van de optie (als optionele
apparatuur is bijgeleverd)
Mechanische
installatie:
Inhoud van het pakket
(pagina 33)
Als de omvormer meer dan één jaar buiten
bedrijf is geweest, moeten de condensatoren
van de gelijkstroomtussenkring opnieuw
worden geformeerd. Vraag ABB om meer
informatie.
Mechanische installatie: Voorafgaand aan
Elektrische
installatie:
Aansluiting op een IT
Installatieprocedure
Planning van de elektrische
Kabelloop
(pagina 47)
Elektrische
installatie:
De isolatie van de
omvormer controleren
(pagina 51)
17
(pagina
(pagina
installatie:
Inleiding