7 Inbedrijfstelling
83322007 1/2021-08 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gasbrander WG40.../3-A ZM-PLN
7.5 Verbranding controleren
Luchtovermaat controleren
O
-gehalte volgens NO
2
O
-gehalte meten en documenteren.
2
Rookgastemperatuur controleren
Rookgastemperatuur meten.
Ervoor zorgen dat de rookgastemperatuur overeenstemt met de gegevens van
de ketelfabrikant.
Evt. rookgastemperatuur aanpassen, bijv.:
In kleinlast het brandervermogen verhogen vermijdt condensatie in de
rookgaskanalen (behalve bij condensatietechniek).
In vollast het brandervermogen reduceren verbetert het rendement.
Warmtegenerator volgens de gegevens van de fabrikant aanpassen.
Rookgasverlies bepalen
Openlopen naar vollast.
Verbrandingsluchttemperatuur (t
Zuurstofgehalte (O
) en rookgastemperatuur (t
2
meten.
Rookgasverliezen met volgende formule bepalen.
q
=
(t
) (
- t
A
A
L
21- O
q
Rookgasverlies [%]
A
t
Rookgastemperatuur [ C]
A
t
Verbrandingsluchttemperatuur [ C]
L
O
Volumegehalte aan zuurstof in de droge rookgassen [%]
2
Brandstoffactoren
A2
B
68-132
-eis instellen [hfst. 3.4.6].
x
) in de omgeving van de luchtklep(pen) meten.
L
) gelijktijdig op hetzelfde punt
A
A
2
+ B)
2
Aardgas
0,66
0,009
LPG
0,63
0,008