Problemen oplossen zonder gebruik van diagnosevoorzieningen
Tips
2–4
Raadpleeg bij kleinere problemen met de computer, de monitor of
de software de onderstaande lijst met algemene suggesties voordat
u verdere actie onderneemt:
■
Controleer of de computer en de monitor op een goed werkend
stopcontact zijn aangesloten.
■
Controleer of de spanningsschakelaar (aanwezig op bepaalde
modellen) is ingesteld op het juiste voltage voor uw locatie
(115 V of 230 V).
■
Controleer of de computer is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje brandt.
■
Controleer of de monitor is ingeschakeld en of het groene
aan/uit-lampje van de monitor brandt.
■
Controleer of het aan/uit-lampje aan de voorkant van de computer
knippert in de kleur rood. Deze knipperende lampjes geven
foutcodes aan, waarmee u een diagnose van het probleem kunt
stellen. Zie
Bijlage A, "POST-foutberichten"
informatie.
■
Zet de helderheid en het contrast van de monitor hoger als het
scherm te donker is.
■
Druk op een willekeurige toets en houd deze ingedrukt. Als u een
geluidssignaal hoort, werkt het toetsenbord goed.
■
Controleer of alle kabels goed op de juiste connectoren zijn
aangesloten.
■
Activeer de computer door op een willekeurige toets op het
toetsenbord te drukken of door de aan/uit-knop in te drukken.
Als het systeem in de standbystand blijft, schakelt u de computer
uit door de aan/uit-knop gedurende ten minste vier seconden
ingedrukt te houden. Vervolgens drukt u nogmaals op de aan/uit-
knop om de computer opnieuw te starten. Als het systeem niet
uitgeschakeld kan worden, ontkoppelt u het netsnoer. Na enkele
seconden sluit u het netsnoer opnieuw aan. De computer wordt nu
opnieuw opgestart indien in Computer Setup (Computerinstellingen)
de optie voor automatisch starten na stroomuitval is ingesteld. Als
de computer niet opnieuw start, drukt u de aan/uit-knop in om de
computer te starten.
www.hp.com en www.hp.nl
voor meer
Problemen oplossen