Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installeren Van De Warmtebenuttingsinstallatie - Stiebel Eltron WPC 5 Gebruiks- En Montage-Aanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

2.10.3.4 Isoleren bronleiding
Om te voorkomen dat er op de bovenleiding
condens optreed. Dient de bronleiding damp-
dicht te worden geïsoleerd.
De broningangstemperatuur kan
!
worden afgelezen op het display van
de WPMi onder de installatieparameter Info
Temp.
2.10.4 Installeren van de warmtebenuttings-
installatie
2.10.4.1 De warmtebenuttingsinstallatie ...
(verwarmingscircuit)
dient overeenkomstig de
geldende technische richtlijnen uitgevoerd te
worden. Voor de veiligheidstechnische uitrus-
ting dient DIN EN 12828 in acht genomen te
worden.
Voor de constructie van het verwarmingscircuit
ziet u in het schema (op blz. 16) het maximaal
beschikbare externe drukverschil.
De nominale volumestroom van de
!
warmtepomp moet bij elke bedrijf-
stoestand van de verwarmingsinstallatie
worden verzekerd door een overstroomven-
tiel in te bouwen.
Voor de aansluiting op de warmtepomp dient
de verwarmingsinstallatie op dichtheid ge-
controleerd, grondig doorgespoeld, gevuld en
zorgvuldig ontlucht te worden.
Bij het vullen van de installatie met
verwarmingswater moet rekening worden
gehouden met VDI 2035, blad 1. Dit betekent
dus dat
tijdens de levensduur van de installatie de
som van het totale vul- en suppletiewater
het drievoudige van het nominale volume
van de verwarmingsinstallatie niet mag
overschrijden,
de som van de aardalkaliën in het water
< 3,0 mol/m³ moet zijn,
de totale hardheid van het water < 16,8° d
moet zijn en
als de hierboven vermelde vereisten niet
vervuld zijn, het water moet worden
onthard.
Als het specifieke installatievolume > 20 l/
kW verwarmingsvermogen is (bijv. bij
installaties met bufferreservoir), moet het
verwarmingswater algemeen worden onthard.
Vullen en ontluchten
Het toestel is in de fabriek voorbereid voor de
inbedrijfname. Voor het vullen van de verwar-
mingsinstallatie dient het 3-wegomschakel-
ventiel in de middelste stand te staan.
Wanneer de installatie voor de eerste keer
wordt gevuld, dient de vul- en aftapkraan
onder op de warmtewisselaar (afb. 3, pos. 36)
te worden gebruikt.
Voor het ontluchten van beide circuits (ver-
warming en warmwater) dient tijdens de in-
bedrijfname via de WPMi onder parameter 36
Relaistest te worden geschakeld tussen "BUF-
FERPOMP" en "WW VENTIEL".
Indien het toestel bij het begin uitsluitend
moet worden gebruikt voor de verwarming
(bijv. droogstoken van een nieuw gebouw),
dan moet de relaistest zoals hierboven be-
schreven worden uitgevoerd, omdat hierdoor
de middenstand van het 3-wegomschakelven-
tiel wordt opgeheven.
Er dient voor gezorgd te worden dat de ver-
warmingsaanvoer- en retourleiding op de
juiste manier zijn aangesloten (afb. 10). Ter
vermindering van de geluidsoverdracht van
het watercircuit moeten de meegeleverde
flexibele drukslangen met steekaansluitingen
worden gebruikt.
Steekverbinders monteren
(zie
De warmte-isolatie dient overeenkomstig de
verordening voor verwarmingsinstallaties uit-
gevoerd te worden.
2.10.4.2 Bufferreservoir
De WPC is zodanig ontworpen, dat voor de
hydraulische ontkoppeling van de volumestro-
men tussen het warmtepompcircuit en het
verwarmingscircuit geen buffervat nodig is.
Wanneer een buffervat wordt toegepast, moet
bij de inbedrijfname van de WPC...cool de
parameter Continuloop WP-circulatiepomp op
UIT worden ingesteld. De WP-circulatiepomp
is in de WPC...cool ingebouwd. Bij het aan-
brengen van de leidingen tussen warmtepomp
en buffervat geldt een maximaal beschikbaar
extern drukverschil zoals aangegeven in de
grafiek op pagina 16.
2.10.4.3 Zuurstofdiffusie
Bij niet-diffusiedichte vloerverwarmingen van
kunststofbuizen of bij open verwarmings-
installaties kan bij het gebruik van stalen
verwarmingselementen, stalen buizen of
buffervaten door zuurstofdiffusie corrosie aan
de stalen onderdelen ontstaan. De corrosie-
producten, zoals b.v. roestmodder, kunnen
zich in de condensor van de warmtepomp
afzetten en door de daardoor ontstane door-
snedevernauwing tot capaciteitsverliezen van
de warmtepomp of tot uitschakeling van de
warmtepomp door de hogedrukbeveiligings-
schakelaar leiden.
Het gebruik van de warmtepomp in
!
verbinding met niet diffusiedichte
leidingen is daarom niet toegestaan.
2.10.4.4 Kalkafzetting
Bepalend voor de afzetting van kalksteen
in warmwatertoestellen zijn: de watercon-
ditie, werkingscondities en het volume. Om
schade aan ventielen, warmtewisselaar en
verwarmingselement te voorkomen, is de
waterkwaliteit te testen en volgens VDI 2035 te
controleren.
Opmerking.: De kennis omtrent de hard-
heid van het water alleen is niet voldoende.
Belangrijk voor de kalksteenvorming is de
concentratie aan Calciumhydrogeencarbonaat.
Deze waarde kan men opvragen bij het wa-
terbedrijf.
2.10.4.5 Wateraansluiting
Breng de warmwaterretourleiding en de
koudwateraanvoerleiding aan.
Leidingmateriaal
pag.
51)
Koud waterlei-
ding
Koperen buis
Stalen buis
Kunststofbuizen mogen uitsluitend worden
toegepast als ze zijn voorzien van het desbe-
treffende DVGW-keuringsteken.
Volgens de energiebesparingsrichtlijn (EnEV)
moet de warmwaterleiding voorzien zijn van
warmte-isolatie. Het veiligheidsventiel aan de
zijde van de constructie moet opengaan bij
max. 1 MPa (10 bar).
Afblaasleiding:
Afmetingen van de afblaasleiding aan-
passen aan een volledig geopend veilig-
heidsventiel. De afblaasopening van het
veiligheidsventiel moet naar buiten toe
geopend zijn.
De afblaasleiding van het veiligheidsven-
tiel moet met een onderbroken verval
worden geïnstalleerd.
De instructies in de montageaanwijzing
„Veiligheidsventiel" moeten worden opge-
volgd.
Warmwaterboiler
waterkraan te openen. Spoel de boiler vervol-
gens grondig door.
trole uit.
Aansluiting van een circulatieleiding
Door de warmteverliezen van de circulatielei-
ding en het elektrische energieverbruik van de
circulatiepomp daalt het rendement van de in-
stallatie. Indien mogelijk dient u van de circu-
latieleiding af te zien. Indien dit niet mogelijk
is, dient de circulatiepomp bij de constructie
thermisch en qua tijd te worden geregeld.
De circulatieleiding dient door middel van een
T-stuk in de koudwateraanvoer rechtstreeks
aan het apparaat te worden gekoppeld.
Warm waterleiding
Koperen buis
Stalen of koperen buis
met water door de warm-
Voer een dichtheidscon-
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpc 7Wpc 10Wpc 13Wpc 5 coolWpc 7 coolWpc 10 cool ... Toon alles

Inhoudsopgave