2.5 Beschrijving van het
toestel WPC
2.5.1 Werkingsschema WPC
1
Brine-uittrede
2
Brine-intrede
3
Verwarmingsretourleiding
4
Verwarmingsaanvoerleiding
5
Warmwater
6
Koudwater
7
Omschakelklep
8
Elektr. naverwarming (2e WB)
9
Condensor
10 Invriesbeveiliging
11 Hogedrukbegrenzing
12 Compressor
13 Warmtewisselaar
14 Warmwaterboiler
15 Expansieventiel
16 Kijkglas
17 Filterdroger
18 Lagedrukbeveiligingsschakelaar
19 condens-opvangbak
20 Verdamper
21 Verwarmingscirculatiepomp
22 Brinepomp
2.5.2 Werkingsprincipe WPC
Het brine-warmtebronmedium gaat de ver-
damper (20) van de warmtepomp binnen. Hier
wordt nu warmte aan de brine onttrokken,
zodat de brine de warmtepomp vervolgens
met een lage temperatuur verlaat.
De energie die door de warmtepomp bruik-
baar gemaakt is, wordt in de condensor (9) op
het verwarmingswater overgedragen.
Het verwarmingswater geeft zijn warmte ver-
volgens af aan het verwarmingscircuit, of het
wordt voor verwarming van het warmwater
omgeleid met behulp van de 3-wegklep (7) in
de warmtewisselaar (14) die in de warmwa-
terboiler (13) is ingebouwd.
De elektrische naverwarming (8) (interne
2e WB) wordt geactiveerd als er voor de
warmwaterverwarming hogere temperaturen
nodig zijn dan de maximale aanvoertempera-
tuur van de warmtepomp. Bovendien kan deze
naverwarming, indien de warmtebehoefte van
het verwarmingssysteem groter is dan de ver-
warmingscapaciteit van de warmtepomp, in
de resterende warmtebehoefte voorzien.
1 2 3
22
20
21
19
18
17
16
15
14
13
Afb. 8a
4 5
p
p
p
6
7
8
9
10
11
12
23