WAARSCHUWING
Als accukabels verkeerd worden verbonden, kan
dit schade aan de machine en de kabels tot gevolg
hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kunnen
accugassen tot ontploffing komen en lichamelijk
letsel veroorzaken.
• Maak altijd de minkabel (zwart) van de accu los
voordat u de pluskabel (rood) losmaakt.
• Sluit altijd eerst de pluskabel (rood) van de accu
aan voordat u de minkabel (zwart) aansluit.
1. Schakel de aftakasschakelaar uit, zet de rijhendels in
de vergrendelde neutraalstand en stel de parkeerrem
in werking.
2. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
3. Koppel eerst de minkabel (zwart) los van de minpool
(-) op de accu (Figuur 60).
4. Schuif het rode stofkapje van de (rode) pluspool van de
accu en verwijder de (rode) pluskabel (+) (Figuur 60).
5. Verwijder de vleugelmoeren waarmee de accuklem is
bevestigd (Figuur 60).
6. Verwijder de klem (Figuur 60).
7. Verwijder de accu.
1
3
G020524
1. Verwijder de vleugelmoer
en de klem.
2. Verwijder eerst de
minkabel en daarna
pas de pluskabel.
Accu monteren
1. Plaats de accu in een bak met de accupolen van de
hydraulische tank weg (Figuur 60).
2. Bevestig de pluskabel (rood) aan de pluspool (+) van
de accu.
3. Bevestig vervolgens de (zwarte) minkabel en
aardingsdraad aan de minpool (-) van de accu.
4. Bevestig de kabels met 2 bouten, 2 ringen en
2 borgmoeren (Figuur 60).
5. Schuif het rode stofkapje voor de accupool op de
pluspool (rood) van de accu.
6. Bevestig de klem en zet deze vast met de vleugelmoer
(Figuur 60).
Accu opladen
WAARSCHUWING
Bij het opladen produceert de accu gassen die tot
ontploffing kunnen komen.
Rook nooit in de buurt van de accu en zorg ervoor
dat er geen vonken of vlammen vlakbij de accu
komen.
44
2
4
Figuur 60
3. Verwijder de pluskabel.
4. Verwijder de accu.
G008804