Algemeen overzicht
van de machine
5
4
3
2
1
11
1. Hefpedaal maaihoogtedek
2. Transportvergrendeling
3. Parkeerremhendel
4. Bedieningsorganen
5. Rijhendels
6. Rolbeugel
6
7
8
9
10
G020562
Figuur 4
7. Veiligheidsgordel
8. Brandstoftankdop
9. Maaidek
10. Zwenkwiel
11. Z Stand
Bedieningsorganen
Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de motor start en de machine gebruikt (Figuur 4 en
Figuur 5).
2
1
6
1. Aftakasschakelaar
2. Choke
3. Gashendel
Aftakasschakelaar
De aftakasschakelaar wordt gebruikt om de elektrische
koppeling in te schakelen en de maaimessen aan te drijven.
Zet de schakelaar omhoog om de messen in te schakelen
en laat deze los. Om de messen uit te schakelen drukt u de
aftakasschakelaar omlaag of beweegt u een rijhendel in de
neutrale vergrendelstand.
Choke
Gebruik de choke om een koude motor te starten. Trek de
knop van de choke omhoog om deze in te schakelen.
Gashendel
De gashendel heeft twee standen: Snel en Langzaam.
Accu-indicatielampje
Als het contactsleuteltje aanvankelijk gedurende een paar
seconden naar de stand Lopen wordt gedraaid, wordt de
accuspanning weergegeven in het gebied waar normaal de
uren worden weergegeven.
14
3
4
Figuur 5
4. Urenteller/display veilig-
heidssysteem/brandstof-
meter
5. Contactschakelaar
6. Zekeringen
5
G008951