Handmatige scherpstelling gebruiken
Stel de selectieknop voor scherpstelstand in op r
(handmatige scherpstelling) om de scherpstelling
handmatig aan te passen.
1
Gebruik de multi-selector of de instelring
om de scherpstelling aan te passen.
Druk op J om de weergave te schakelen tussen 1×,
2× en 4×.
Om de scherpstelling met meer detail te wijzigen,
draait u langzaam aan de multi-selector of instelring.
Als K wordt ingedrukt, wordt de camera
scherpgesteld op het onderwerp in het midden van
het beeld met autofocus. De handmatige
scherpstelling kan worden bediend nadat de camera
met autofocus scherpstelt.
De scherpstelling wordt geassisteerd door de scherpstelvelden waarop is scherpgesteld
wit te markeren (peaking) (A68). Draai de instelschijf om het piekniveau aan te passen.
Druk de ontspanknop half in om de compositie van het beeld te bevestigen. Druk de
ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
2
Druk op de multi-selector I.
De ingestelde scherpstelling wordt vergrendeld.
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te
maken.
Als u de scherpstelling opnieuw wilt instellen, druk dan
op I om het scherm in stap 1 weer te geven.
Opnamefuncties
Handmatige scherpstelling gebruiken
5
4
3
2
1
0
Piekniveau
67
0 . 3 m
0 . 3 m
x4
x1
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 5 . 6
F 5 . 6
1 4 0 0
1 4 0 0
2 5 m 0 s
2 5 m 0 s
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 5 . 6
F 5 . 6
1 4 0 0
1 4 0 0