6
Houd de hoofdschakelaar op de afstandsbediening ingedrukt
(minstens drie seconden).
De koppeling start voor de camera en de afstandsbediening. Terwijl het proces wordt
uitgevoerd, knippert het statuslampje op de afstandsbediening ongeveer elke
0,5 seconde.
Wanneer de koppeling voltooid is, wordt er een
verbinding tot stand gebracht tussen de camera en de
afstandsbediening. Wanneer u naar de zoomstand
gaat, wordt het Z-pictogram weergegeven in het
opnamescherm.
Als een bericht verschijnt dat de koppeling mislukt is,
voert u de procedure opnieuw uit vanaf stap 5.
De verbinding overschakelen naar een smartapparaat
Schakel de verbinding van Afstandsbediening naar Smartapparaat in Verbinding
kiezen in het netwerkmenu van de camera (A161, 215).
Wanneer de SnapBridge-app op uw smartapparaat wordt gestart en een verbinding tot
stand is gebracht tussen de camera en het smartapparaat, wordt het s-pictogram
weergegeven in het opnamescherm.
Raadpleeg de bijgeleverde "SnapBridge Verbindingsgids" wanneer u voor het eerst een
draadloze verbinding met een smartapparaat tot stand brengt.
Technische opmerkingen
Afstandsbediening ML-L7
216
2 5 m 0 s
2 5 m 0 s
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 5 . 6
F 5 . 6
1 4 0 0
1 4 0 0