Basisbewerkingen bij het opnemen en
weergeven van films
1
Geef het opnamescherm weer.
Controleer de resterende filmopnametijd (A91, 150).
U wordt geadviseerd het filmkader weer te geven dat
het gebied aangeeft dat wordt opgenomen in een film
(A91).
2
Druk op de b (e filmopname)-knop om
de filmopname te stoppen.
De camera stelt scherp op het onderwerp in het
midden van het beeld.
Druk op de k-knop om de opname te pauzeren en
druk nogmaals op de k-knop om de opname te
hervatten (behalve als een filmoptie met hoge
snelheid (HS) is geselecteerd in Filmopties). De
opname wordt automatisch gestopt als deze
ongeveer vijf minuten gepauzeerd blijft.
U kunt een foto maken door tijdens de filmopname op
de ontspanknop te drukken (A93).
3
Druk nogmaals op de b (e filmopname)-knop om de filmopname
te stoppen.
4
Selecteer een film in de schermvullende
weergave en druk op de k-knop om de
film af te spelen.
Een foto met een pictogram voor filmopties is een film.
Films
Basisbewerkingen bij het opnemen en weergeven van films
Filmbeeld
90
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
F 5 . 6
F 5 . 6
Resterende filmopnametijd
0 0 0 4 . M P 4
0 0 0 4 . M P 4
1 5 / 1 1 / 2 0 1 8 1 5 : 3 0
1 5 / 1 1 / 2 0 1 8 1 5 : 3 0
Filmopties
2 5 m 0 s
2 5 m 0 s
1 4 0 0
1 4 0 0
1 2 m 3 0 s
1 2 m 3 0 s
1 0 s
1 0 s