Het regelbereik van de sluitertijd (standen j, k, l en m)
Het regelbereik van de sluitertijd verschilt, afhankelijk van zoomstand, f-waarde of
ingestelde ISO-waarde. Daarnaast verandert het regelbereik in de volgende
continu-opnamestanden.
Instelling
ISO-waarde (A137)
Continu (A133)
1
De instelling van de ISO-waarde wordt beperkt, afhankelijk van de instelling voor continu-
opname (A76).
2
In stand m is de ISO-waarde vast ingesteld op ISO 100.
3
De maximale sluitertijd wanneer de f-waarde is ingesteld op de grootste waarde (kleinste
diafragma) bij de maximale groothoekzoomstand. Hoe dichter de zoomstand zich bij tele
bevindt, of hoe kleiner de f-waarde (groter diafragma) is, des te langer de maximale sluitertijd
wordt. Zo bedraagt de maximale sluitertijd 1/2500 seconde als de f-waarde is ingesteld op de
grootste waarde (kleinste diafragma) bij de maximale telezoomstand.
4
De belichting kan variëren wanneer hetzelfde onderwerp meerdere keren wordt opgenomen
met een sluitertijd korter dan 1/2000 seconden.
5
De instelling Bulb en Time (A50) zijn beschikbaar.
Opnamefuncties
Standen j, k, l en m (belichting voor opname instellen)
2
Automatisch
,
Vast bereik autom.
ISO 100
ISO 200
1
ISO 400
ISO 800
ISO 1600
ISO 3200
ISO 6400
Continu H, Continu L
Vooropnamecache,
Continu H: 120 bps
Continu H: 60 bps
Intervalopnamen
3, 4
–1 sec. (standen j, k, en l)
1/4000
2
3, 4
–30 sec. (stand m)
1/4000
3, 4
–8 sec. (standen j, k, en l)
1/4000
3, 4
–30 sec. (stand m)
1/4000
3, 4
–4 sec. (standen j, k, en l)
1/4000
3, 4
–8 sec. (stand m)
1/4000
3, 4
1/4000
–4 sec.
3, 4
1/4000
–2 sec.
3, 4
1/4000
–1 sec.
3, 4
1/4000
–1/2 sec.
3, 4
1/4000
–1/2 sec.
3, 4
1/4000
–1/30 sec.
1/4000–1/125 sec.
1/4000–1/60 sec.
Hetzelfde als wanneer Enkelvoudig is
ingesteld
49
Regelbereik
5
5