47702814 06-2014 © AB VOLVO PENTA
Joystick
Kalibrering van de joystick hoeft slechts plaats te vin-
den als de bewegingen van de boot niet overeenko-
men met de bewegingen van de joystick.
Bij het kalibreren van de joystick moet met de boot
worden gevaren in open water en onder veilige
omstandigheden. Voer de kalibrering niet uit bij krach-
tige wind of stromingen die van invloed kunnen zijn op
het resultaat van de kalibrering.
Laat de boot tijdens de kalibrering een vrij lange
afstand varen. Houd de joystick stevig op zijn plaats.
De kalibrering kan slechts plaatsvinden vanaf een
bedieningsplaats die zowel een joystick als een
bedieningspaneel heeft.
De kalibrering hoeft slechts in één richting plaats te
vinden, bakboord of stuurboord.
1 Zet de ontsteking aan en zet de bedieningsor-
ganen in de neutrale stand.
2 Start de motoren.
Houd de dockknop vijf seconden ingedrukt om
de kalibreringsstand aan te zetten.
Een geluidssignaal bevestigt dat de kalibre-
ringsstand is geactiveerd en de lamp op de
dockknop brandt.
3 Breng de joystick zo ver mogelijk in zijwaartse
richting in beide richtingen.
Corrigeer de bewegingen van de boot door de
joystick op en neer te bewegen of aan de joys-
tick te draaien.
4 Als de boot zich recht opzij beweegt, druk dan
opnieuw op de dockknop.
5 Dat de kalibrering gereed is en opgeslagen,
wordt bevestigd door een geluidssignaal en
doordat de twee onderste lampen op de joystick
knipperen. Nu is het systeem in de dockstand.
Als de joystick terugkeert naar de centrale stand,
stoppen de lampen met knipperen en branden ze in
plaats daarvan met een vaste gloed.
Kalibrering en instellingen
137