Onderhoud
P0002111
P0002900
110
•
Laad de accu's op als ze zijn ontladen
Tijdens het opladen moeten de celpluggen zijn uit-
geschroefd maar blijven liggen in de pluggaten.
Goed ventileren, in het bijzonder als de accu's wor-
den opgeladen in een gesloten ruimte.
•
Als de motor gedurende langere tijd niet gebruikt
gaat worden, moeten de accu's volledig worden
opgeladen en vervolgens eventueel bij wijze van
onderhoud worden opgeladen (zie de aanbevelin-
gen van de accufabrikant). De accu's lopen schade
op als ze in een niet opgeladen toestand verkeren
en kunnen bovendien kapot vriezen bij koud weer.
Voor zogenaamd snelladen gelden speciale voor-
•
schriften. Snelladen kan de levensduur van de
accu's bekorten en dient daarom te worden verme-
den.
Elektrische installaties
Een verkeerd uitgevoerde elektrische installatie kan
lekstromen van het elektrisch systeem genereren. De
lekstromen kunnen op hun beurt de galvanische
bescherming onvoldoende maken voor schroeven,
schroefas, roerschacht, kiel etc. en beschadigingen
veroorzaken op grond van elektrochemische corrosie.
WAARSCHUWING!
Ingrepen in het zwakstroomcircuit van de boot mogen
alleen plaatsvinden door een persoon met een elek-
trotechnische opleiding of kennis.
Installatie of werkzaamheden met walstroomappara-
tuur mogen alleen worden uitgevoerd door elektriciens
met een bevoegdheid om te werken met sterkstroom-
installaties.
Het volgende moet altijd in het oog
worden gehouden:
1 Als walstroom wordt aangesloten, moet deze zijn
geaard aan land, nooit in de boot. Verder dient de
walstroominstallatie te zijn voorzien van een aard-
lekschakelaar.
De walstroominstallatie (transformator, omvormer,
acculader etc) moet zijn bedoeld voor gebruik op
het water waarbij het hoogspanningsgedeelte
galvanisch is gescheiden van het laagspan-
ningsgedeelte.
2 Elektriciteitskabels moeten zo worden getrokken
en vastgeklemd dat ze niet de kans lopen te worden
blootgesteld aan schaven, vocht of lenswater in de
tegenkiel.
3 De aarding voor b.v. radio, navigatieapparatuur,
roer, traptreden in het water of andere uitrusting
waarbij separate kabels voor aarding voorkomen,
moet worden geconcentreerd in een gemeen-
schappelijke massa-aansluiting die niet is aange-
sloten op de motor of de keerkoppeling.
47702814 06-2014 © AB VOLVO PENTA