LET OP:
De standaard cyclustijd kan variëren als de temperatuur van het toevoerwater en/of de verwarmingselementen van de
boiler afwijken van het bovenstaande.
D.2
Kenmerken van de elektrische voeding
De wisselspanning naar de machine dient aan de volgende voorwaarden te voldoen:
• maximale spanningsvariatie ± 6%
• maximale frequentievariatie ± 1% in continue modus ± 2% voor een korte periode.
Harmonische vervormingen, onstabiele driefasenspanning, spanningsimpulsen, spanningsdalingen, spanningsonderbrekingen en
overige elektrische kenmerken moeten voldoen aan de bepalingen in punt 4.3.2 van de norm EN 60204-1 (IEC 60204-1).
WAARSCHUWING
De elektrische voeding van de machine moet beveiligd zijn tegen overstroom
(kortsluiting of overbelasting) door het gebruik van zekeringen of geschikte
thermomagnetische stroomonderbrekers. Breng tussen voedingskabel en
elektrische leiding een hooggevoelige, thermische overbelastingsbeveiliging
aan, die met de hand gereset kan worden en berekend is op het vermogen
van het apparaat, met een contactopening die de volledige afsluiting mogelijk
maakt in omstandigheden van overspanningscategorie III, uitgevoerd
volgens de geldende voorschriften.
WAARSCHUWING
Raadpleeg voor de bescherming tegen indirecte contacten (afhankelijk van
het type voeding en van de massa-aansluitingen op het equipotentiale
beschermingscircuit) punt 6.3.3 van de norm EN 60204-1 (IEC 60204-1) voor
het gebruik van beschermingsvoorzieningen die de automatische onderbre-
king van de voeding garanderen in geval van een defect van de isolatie in de
TN- of TT-systemen. Voor IT-systemen moeten isolatiecontrollers of bescher-
mingsvoorzieningen op differentiaalstroom gebruikt worden voor de
automatische onderbreking van de voeding (er moet een isolatiecontroller
zijn voorzien voor de detectie van een mogelijke eerste aardfout van een
onderdeel onder spanning, behalve wanneer er een beschermingsvoorzie-
ning aanwezig is om de voeding te onderbreken in geval van een eerste
storing naar massa. Deze voorziening moet een geluidssignaal of visueel
signaal activeren dat tijdens de gehele duur van de storing actief moet
blijven). Bijvoorbeeld: in een TT-systeem moet bovenstrooms van de voeding
een differentieelschakelaar met interventiestroom (bijvoorbeeld 30 mA)
geïnstalleerd worden die is aangesloten op de aardingsinstallatie van het
gebouw waar de machine geïnstalleerd zal worden
E
TRANSPORT, VERPLAATSING EN OPSLAG
E.1
Inleiding
Het transport (oftewel de verplaatsing van de machine van de
ene plaats naar de andere) en de verplaatsing (oftewel het
18
overbrengen binnen werkplekken) moet plaatsvinden met
gebruik van geschikte transportmiddelen.
WAARSCHUWING
Gezien de afmetingen van het
apparaat, is het niet mogelijk om
tijdens de transport-. verplaat-
sing- en opslagfasen het ene
apparaat bovenop een ander
apparaat te
manier worden eventuele risico's
van omkiepen van ladingen door
opstapeling uitgesloten.
zetten;
op
die