Nastellen spuitboom
1. Parkeer de veldspuit op een horizontale vloer.
2. Klap de boom geheel uit.
3. Laat de cilinders voor de afzonderlijke scheefstelling
geheel zakken.
4. Stel de scheefstelling af in het midden (lengte
cilinderstang is 60 mm).
Nu kunnen de volgende afstellingen worden uitgevoerd:
Spanning van de ophangingsveer
1. Draai de contramoeren A aan beide zijden los en stel
de spanning van de verticale veren in op het gewicht
van de spuitboom met behulp van de bouten B. De
afstelling is correct als de geleidingsstangen onge-
veer vlak staan.
2. Draai de contramoeren weer vast.
Pendulumbalansveer en kabels
1. Controleer of de scheefstellingscilinder in het midden
staat.
2. Draai de contramoeren C los en stel de stopbouten D
in totdat het V-vormige mechanisme symmetrisch
staat.
3. Tussen stopbout en arm mag max. 1 mm speling
bestaan.
4. Draai de contramoeren E op de afstelschroeven los
en verander de lengte van de afstelschroeven totdat
de boom horizontaal staat. De correcte instelling is
bereikt, wanneer de afstand tussen de ringen van de
veer 1 mm bedraagt.
5. Draai de contramoeren weer vast.
Lengteverstelling van de geleidestangen
Normaal gesproken is het niet nodig de lengte van de
geleidestangen te verstellen. Als de vering gedemon-
teerd is geweest moet de lengte worden gecontroleerd
en zo nodig worden aangepast.
De trapezium balansinrichting moet vrij opgehangen zijn.
Stel de lengte van de stangen F zo in, dat dit het geval is.
Onderhoud
Draai de contramoeren los en stel de stangen af.
Bijstellen uitklapsysteem binnenste
sectie
Het uiteinde van de spuit-
boom moet iets naar
voren wijzen. Indien
nodig moet het uitklap-
systeem van de
binnenste sectie als
volgt worden
versteld:
1. Haal de druk
van de
uitklap-
cilinders.
2. Draai contra-
moer A los.
3. Verstel stopbout B tot de correcte afstelling is bereikt.
4. Draai de contramoeren weer vast.
Bijstellen uitklapsysteem buitenste sectie
De buitenste secties moeten in lijn liggen met de
binnenste secties. Indien nodig moeten
de buitenste secties als volgt worden
versteld:
1. Haal de druk van de
uitklapcilinders.
2. Draai de contra-
moeren A en C los.
3. Draai de bouten B
los.
4. Zet de uitklap-
cilinder onder druk
tot hij geheel is naar
buiten staat.
5. Afstellen met de
afstelschroef D tot
de correcte positie is
bereikt.
6. Stel de stopbouten B af tegen de binnenste sectie.
7. Draai de contramoeren weer vast.
Bijstellen obstakelbeveiliging
De obstakelbeveiliging moet in werking treden bij een
kracht van 150 N op het uiteinde van
de obstakelbeveiligingssectie.
Indien nodig kan
de uitwijkkracht
als volgt worden
versteld:
1. Controleer of
de klauw-
koppeling
goed is
gesmeerd.
2. Draai
contramoer A los.
3. Verstel moer B tot de beveiliging los komt bij een
kracht van 150 N op het uiteinde van de sectie.
4. Draai de contramoer weer vast.
NL 14 00 01