8. Storingstabel
Vooraleer handelingen uit te voeren aan de pompen,
klemmenkast of schakelkast, moet de voedingsspan-
ning afgeschakeld zijn!
Fout
1. Motor wil niet starten.
2. Motor start maar stopt
onmiddellijk.
3. Hoog aantal starts en
stops.
4. Pompen werken maar
geven geen water.
5. Lekkage van de asaf-
dichting.
6. Geluidsoverlast.
8.1 Noodbedrijf
In geval van beschadiging van elektrische componenten, gemon-
teerd op de printplaat, kan de installatie verder werken, door de
multiplug te verplaatsen van J2 naar J4, zie fig. 10.
De pompen zullen nog steeds automatisch werken via de druk-
schakelaars, doch zonder de LED-aanduidingen en de omwissel-
beurt-functie.
Maximum druk- en droogloopbeveiliging zijn niet actief wanneer
de installatie in noodbedrijf is.
Oorzaak
a) Voedingsspanning is afgeschakeld.
b) Automatische zekeringen zijn uitgeschakeld.
c) Zekering in de CS 1000 is defect.
d) Motor is defect.
a) Drukschakelaar is niet correct ingesteld.
b) Foute voordruk op het expansievat.
a) Timer TR 2 is niet correct ingesteld.
b) Drukschakelaar is niet correct ingesteld.
c) Expansievat is te klein/defect.
a) Zuigleiding/pompen zijn verstopt door onzuiver-
heden.
b) Terugslagkleppen zijn geblokkeerd in gesloten
positie.
c) Zuigleiding lekt.
d) Lucht in zuigleiding/pompen.
e) Motoren draaien in de verkeerde richting.
a) Mechanische asafdichting is defect.
b) Hoogte van de pompas is niet correct.
a) Pompen caviteren.
b) Pompen draaien niet vrij, te wijten aan niet cor-
recte hoogte van de pompas.
Oplossing
Schakel de voedingsspanning aan.
Herstel de fout en herwapen de automatische zeke-
ringen.
Vervang de zekering.
Herstel/vervang de motor.
Verhoog de uitschakeldruk en/of de verschildruk.
Controleer de voordruk op het expansievat.
Corrigeer overeenkomstig TR 2.
Verhoog de uitschakeldruk en/of de verschildruk.
Controleer de keuze/vervang het expansievat.
Reinig de zuigleiding/pompen.
Reinig de terugslagklep.
Herstel de zuigleiding.
Controleer de zuigleiding op lekkages/ontlucht de
pompen.
Keer de draairichting om.
Vervang de mechanische asafdichting.
Herpositioneer de hoogte van de pompas. Zie
installatie- en bedieningsinstructies van CR pom-
pen.
Reinig de zuigleiding en controleer terugslagklep en
aanzuigstuk van de pomp.
Herpositioneer de hoogte van de pompas. Zie
installatie- en bedieningsinstructies CR pompen.
Fig. 10
J2
J2
J4
J4
9