Fig. 5
TR 1
TR 2
TR 3
J2
Aantal geïnstal-
Selectie op frontpaneel
leerde pompen
4 pompen
3 pompen
2 pompen
Noot: piloot pomp is de pomp dat:
•
eerst start/ laatst stopt.
•
altijd kleiner is dan de andere pomp (kleiner debiet-hogere
druk).
•
niet kan alterneren met de andere pompen.
•
als P1 geprogrammeerd moet worden.
6
J4
Positie van DIP
P1 P2 P3 P4
— — — —
P1 P2 P3
P4
P1 P2
P3 P4
5.2 Selectie van werking
Alle mogelijke werkingsselecties van uw drukverhogingsinstalla-
tie, zijn hieronder afgebeeld.
Om een werking te selecteren, ga als volgt te werk:
•
Schakel de voedingsspanning van de Control 1000.
•
Open de schakelkast en zet de DIP schakelaars in overeen-
stemming met de gewenste werkingsselectie.
•
Sluit de schakelkast, schakel de voedingsspanning aan en ac-
tiveer de nodige toetsen op het frontpaneel, beschreven in
punt "Selectie op frontpaneel".
Schakel eerst de voedingsspanning uit, vooraleer de
DIP schakelaars te wijzigen!
Fig. 6
Pompen in
schakelaars
werking
P1 P2 P3 P4
P1 P2 P3 P4
P1 P2 P3 P4
P1 P2 P3
P1 P2 P3
P1 P2 P3
P1 P2
P1 P2
Te alterneren
Piloot
pompen
pomp
P1 P2 P3 P4
— — — —
— P2 P3 P4
P1
P1 P2 P3
— — —
— P2 P3
P1
P1 P2
— —