Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product
te gebruiken, en bewaar hen voor eventueel gebruik in de
toekomst
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Als het automatische systeem 413 correct geïnstalleerd en gebruikt
wordt, garandeert het een hoge veiligheidsgraad.
Verder kunnen door enkele eenvoudige gedragregels ongewenste
storingen worden voorkomen:
•
Passeer niet tussen de vleugels wanneer deze in beweging zijn.
Wacht tot de vleugels helemaal geopend zijn, alvorens te pas-
seren.
•
Blijf beslist niet stilstaan tussen de vleugels.
•
Sta het niet toe dat kinderen, volwassenen of voorwerpen zich in
de buurt van het automatische systeem bevinden.
•
Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers
buiten het bereik van kinderen, om te voorkomen dat het auto-
matische systeem onopzettelijk kan worden bediend.
•
Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te
spelen.
•
Houd de beweging van de vleugels niet opzettelijk tegen.
•
Voorkom dat takken of struiken de beweging van de vleugels
kunnen hinderen.
•
Houd de lichtsignaleringssystemen in goede staat van werking
en goed zichtbaar.
•
Probeer de vleugels niet met de hand te bewegen als ze niet
eerst ontgrendeld zijn.
•
Bij storingen moeten de vleugels worden ontgrendeld om binnen
te kunnen en moet een technische ingreep door gekwalificeerd
personeel worden afgewacht.
•
Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken
van het automatische systeem.
•
Doe geen pogingen tot reparatie of andere directe ingrepen, en
wendt u zich uitsluitend tot gekwalificeerd personeel.
•
Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheid-
svoorzieningen en de aarding minstens eenmaal per half jaar
controleren door gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Het automatische systeem 413 voor poorten met draaiende
vleugels is een onomkeerbare elektromechanische aandrijving
die de beweging op de vleugel overdraagt via een wormschroe-
fsysteem.
De aandrijving is leverbaar in verschillende uitvoeringen, zodat
aan alle installatie-eisen kan worden voldaan. De uitvoeringen
"LS" hebben eindschakelaars bij opening en sluiting. Alle uitvoe-
ringen worden geleverd met mechanische aanslagen bij opening
en sluiting.
Het onomkeerbare systeem garandeert mechanische vergren-
deling van de vleugel wanneer de motor niet in werking is. Een
praktisch, veilig ontgrendelsysteem met individuele sleutel maakt
handmatige verplaatsing van de vleugel mogelijk als het systeem
niet goed werkt of als de stroom is uitgevallen.
Bepaal samen met de installatiemonteur volgens welke bedrijfslo-
gica u uw poort wenst te installeren.
De vleugels bevinden zich gewoonlijk in gesloten positie.
Wanneer de elektronische unit een commando tot opening on-
tvangt via de radio-afstandsbediening of een willekeurige andere
impulsgever, drijft hij het elektromechanische apparaat aan dat
de vleugels in geopende positie draait, waardoor toegang mo-
gelijk wordt.
Voor bijzonderheden omtrent het gedrag van het automatische
systeem in de verschillende bedrijfslogica's, vraag de installatie-
technicus.
Op de automatische systemen zijn veiligheidsvoorzieningen (foto-
cellen) aanwezig die de beweging van de vleugels verhinderen
wanneer er zich een obstakel in het door hun beschermde gebied
bevindt.
De lichtsignalering geeft aan dat de vleugels in beweging zijn.
Het systeem kan alleen correct werken en heeft alleen de
verklaarde eigenschappen als er FAAC accessoires en
veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt.
Aangezien er geen mechanische koppeling aanwezig is,
dient er een bedieningsunit met regelbare elektronische
koppeling te worden gebruikt om de nodige beveiliging
tegen inklemming te garanderen.
Het automatische systeem 413 is ontworpen en gebouwd voor
controle op de toegang door voertuigen. Het mag niet voor
andere doeleinden worden gebruikt.
HANDBEDIENDE WERKING
In het geval dat het automatische systeem met de hand moet
worden verplaatst, doordat de stroom is uitgevallen of doordat de
aandrijving niet goed werkt, dient u als volgt te handelen:
1.
Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschake-
laar (ook als de stroom is uitgevallen).
2.
Schuif het beschermdeksel weg, fig. 1/1.
3.
Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig. 1/ 2.
4.
Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshen-
del 180° in de richting van de pijl op het ontgrendelsysteem,
fig. 1/ 3.
5.
Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel
met de hand uit.
Om de aandrijving op handbediening te houden moet het
ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en
mag de installatie niet elektrisch worden gevoed.
HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten:
Om te voorkomen dat het automatisch systeem tijdens de
manoeuvre per ongeluk door een impuls in werking wordt
gezet, moet alvorens de normale werking te hervatten de
voeding naar installatie wordt uitgeschakeld door op de
differentieelschakelaar te drukken.
Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de
1.
pijl in.
2.
Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg.
Sluit de beschermdeksel.
3.
4.
Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit,
om na te gaan of alle functies van het automatische systeem
correct zijn hersteld.
ONDERHOUD
Om een goede werking op de lange termijn en een constant
veiligheidsniveau te garanderen, moet ieder half jaar een
algemene controle op de installatie worden uitgevoerd, waarbij
met name de veiligheidsvoorzieningen moeten worden nagekeken.
Het boekje 'Gebruiksaanwijzing' bevat een voorgedrukt formulier
om ingrepen te registeren.
Alle onderhoudswerkzaamheden en inspecties op de
aandrijving moeten worden uitgevoerd na de spanning naar
de installatie te hebben uitgeschakeld.
REPARATIE
De gebruiker mag zelf geen pogingen ondernemen tot reparaties
of andere ingrepen, en dient zich uitsluitend te wenden tot
gekwalificeerd en erkend FAAC-personeel of een erkend FAAC-
servicecentrum.
413
Page
Gids voor de gebruiker
Fig. 1