Inhoudsopgave
Advertenties
Handige tips
PROBLEEM
OORZAAK
De machine is niet goed ingeregen.
Draad verstrengeld rondom de spoel.
De bovendraad
De naald is niet goed aangebracht.
breekt
De draadspanning is te hoog.
Draad van onjuiste grootte of slechte kwaliteit.
De onderdraad is niet goed ingeregen.
De spoel is ongelijkmatig opgespoeld of te vol.
Onderdraad breekt
Vuil of stof op de spoelhouder.
De naald is niet goed aangebracht.
De machine slaat
Verbogen of botte naald.
steken over
Onjuiste dikte van de naald.
(op elastische stof)
De machine is niet goed ingeregen.
De onderdraad is niet goed ingeregen.
De stof trekt
Botte naald.
De draadspanning is te hoog.
De onderdraad is niet goed ingeregen.
De machine maakt
De machine is niet goed ingeregen.
losse steken of
De spanning is niet goed afgesteld.
lussen
De naaivoet is niet geschikt voor het patroon.
Het steekpatroon
De draadspanning is niet in balans.
is vervormd
De steek is niet in balans.
De draadinsteker
De naald is niet omhoog gebracht.
De naald is niet goed aangebracht.
steekt de draad
Verbogen naald.
niet in de naald
De machine
Transporteur is omlaag gebracht.
De steeklengte is niet geschikt voor de stof.
transporteert de
Pluisjes en stof opgehoopt rondom de transporteur.
stof niet goed
Er is aan de stof getrokken tijdens het naaien.
De naald raakt de naaivoet.
De naald breekt
De naald is niet goed aangebracht.
De naalddikte of het garen is niet juist voor de
genaaide stof.
Vuil of pluizen opgehoopt in de grijperring en
De machine werkt
transporteur.
met moeite
De stekker zit niet in het stopcontact.
De aan/uit-schakelaar is niet ingeschakeld.
De spoelas is naar rechts geduwd.
De machine werkt
De naaivoet is niet omlaag gebracht.
niet
Knoopsgaten naaien;
* De knoopsgathendel is niet helemaal omlaag gebracht.
* De knoopsgat voet is niet bevestigd.
CORRECTIE
Rijg de machine opnieuw in.
Verwijder in de knoop geraakte draad.
Breng de naald opnieuw aan.
Pas de draadspanning aan.
Kies het juiste garen.
Rijg de onderdraad opnieuw in.
Spoel het spoeltje opnieuw op.
Maak de houder schoon.
Breng de naald opnieuw aan.
Breng een nieuwe naald aan.
Kies de juiste dikte naald voor de stof.
(gebruik een stretchnaald)
Rijg de machine opnieuw in.
Rijg de onderdraad opnieuw in.
Breng een nieuwe naald aan.
Pas de draadspanning aan.
Rijg de onderdraad opnieuw in.
Rijg de machine opnieuw in.
Pas de draadspanning aan.
Bevestig de juiste naaivoet.
Pas de draadspanning aan.
Pas de balans van de steken aan.
Breng de naald omhoog.
Breng de naald opnieuw aan.
Breng een nieuwe naald aan.
Breng de transporteur omhoog
Regel de steeklengte.
Maak het gebied van de transporteur schoon.
Trek niet aan de stof.
Selecteer de juiste naaivoet en het juiste
patroon.
Breng de naald opnieuw aan.
Kies de juiste dikte naald en garen.
Verwijder de steekplaat en de spoelhouder
en maak de grijperring en de transporteur
schoon.
Steek de stekker volledig in het stopcontact.
Zet de naaimachine aan met de schakelaar.
Duw de as naar links.
Breng de naaivoet omlaag.
Breng de knoopsgathendel omlaag.
Bevestig de naaivoet voor knoopsgaten.
Pagina
18
17
10
23
10
17
16
49
10
10
10
18
17
10
23
17
18
23
17-
23
48
12
10
10
13
25
49
20
27-
10
10
49
11
11
16
12
35
35
51
Advertenties
Inhoudsopgave
