Pagina 3
Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en UL1594. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de belangrijke veiligheidsvoorschriften in acht nemen, inclusief het volgende: Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt.
• Voordat u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u eerst alle knoppen uitschakelen (“O”). • Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact. Pak de stekker vast, niet het snoer. • Het voetpedaal wordt gebruikt om de naaimachine te bedienen. Plaats geen andere voorwerpen op het voetpedaal.
In deze instructies wordt een optimaal gebruik en onderhoud beschreven. Dit product is niet bedoeld voor industrieel of commercieel gebruik. U kunt extra assistentie vinden, per regio, online op www.singer.com. Machineoverzicht 1. Transporteurhendel — Breng deze van de ene naar de an- 6.
Overzicht naaldgebied 1. Naaldplaat — zorgt voor een vlak gebied rondom de naaivoet om te naaien. Geleiderlijnen geven verschillende naadtoeslagen aan en worden gebruikt om stof te begelei- den tijdens het naaien. 2. Transporteur — transporteert de stof onder de naaivoet tijdens het naaien.
Overzicht accessoires Spoel x4 — Gebruik alleen het type transparante spoelen dat bij uw machine wordt geleverd (SINGER® Class 15 transparante spoelen). Een van de spoelen is bij levering in de machine aangebracht. Vilten onderlegger — Wordt gebruikt als ondergrond voor het garenklosje als u de extra garenpen ge- bruikt.
Deze voet heeft een groef aan de onderkant waar de dichte steken vrij doorheen kunnen lopen. Optionele accessoires Er zijn extra optionele accessoires beschikbaar voor uw machine. Neem contact op met uw erkende SINGER® detailhandelaar voor meer informatie. 4 – I nleiding 4 ...
Stekenoverzicht Nuttige en decoratieve steekpatronen kiezen De steken die in onderstaande tabel worden beschreven, zijn nuttige steken, die hoofdzakelijk worden gebruikt voor nuttig naaiwerk. De machine gaat standaard automatisch naar de Patroonmodus en de rechte steek wanneer hij wordt aangezet. U kunt ook de modus voor extra decoratieve steken of de modus voor alfanumerieke steekpatronen kiezen.
Pagina 12
Gesloten over- Naai decoratieve zomen en overlappende naden, riemen en banden. Voor normale/dikke locksteek elastische stoffen. Honingraatsteek Voor het inzetten van elastiek, decoratief naaien, smokwerk, het opnaaien van draden en zomen. Knoopsgat Naai knoopsgaten in woonaccessoires, kleding, handwerk en meer. Afgerond trens- Voor dunne stoffen.
Decoratieve steken Naast nuttige steken is uw machine voorzien van decoratieve en lettersteken. Bij het naaien van deze steken, is het raadzaam om versteviging onder de stof te gebruiken om te voorkomen dat de stof gaat rimpelen door de dichte steken. Het is ook nuttig om de bovendraadspanning enigszins te verminderen.
VOORBEREIDINGEN De machine uitpakken 1. Plaats de doos op een stevige, vlakke ondergrond. Til de machine uit de doos en verwijder de verpakking. 2. Verwijder al het buitenste verpakkingsmateriaal en de plastic zak. 3. Veeg de machine af met een droge doek om pluizen en/of overtollige olie rond het naaldgebied te verwijderen. Let op: Uw naaimachine is erop gebouwd om de beste resultaten te leveren bij normale kamertemperatuur.
Vrije arm/Afneembare accessoiredoos Berg naaivoeten, spoeltjes, naalden en andere accessoires op in de accessoiredoos, zodat u ze binnen handbereik heeft. Houd de accessoiredoos op de machine om een groter, vlak werkoppervlak te maken. Gebruik de vrije arm om gemakkelijker broekspijpen en mou- wen te kunnen naaien.
Garenpen Uw naaimachine heeft twee garenpennen: een hoofdgarenpen en een extra garenpen. De garenpennen zijn geschikt voor diverse soor- ten garen. De hoofdgarenpen wordt gebruikt in een horizontale positie (de draad wordt van het klosje afgerold) en de extra garenpen in een verticale positie (het klosje draait).
Spoelen 1. Schuif het garenklosje op de garenpen. Schuif een garen- Haal na enkele slagen uw voet van het voetpedaal om te schijf stevig op het klosje. stoppen met opspoelen. Knip het overtollige draaduiteinde boven de spoel af, zo dicht mogelijk bij de spoel. Duw het 2.
De machine inrijgen BELANGRIJK! Zorg ervoor dat de naaivoet omhoog staat en de naald in de hoogste stand is door het handwiel naar u toe te draaien. Dit is zeer belangrijk om te controleren of de machine goed is ingeregen. Als u dat niet doet, kan de kwaliteit van de steken slecht zijn als u begint te naaien.
Draadinsteker Met de ingebouwde draadinsteker kunt u de draad snel en gemakkelijk in de naald steken. De naald moet in de hoogste positie staan om de ingebouwde draadinsteker te kunnen gebruiken. Draai het handwiel naar u toe totdat de naald in de hoogste stand staat, of druk op de toets naald omhoog/omlaag.
Belangrijke informatie over de naald Vervang de naald regelmatig. Als algemene regel moeten naalden nadat er 6-8 uur mee is genaaid, worden vervangen. Gebruik altijd een rechte naald met een scherpe punt en zorg ervoor dat de punt niet is verbogen of beschadigd (A). Een beschadigde naald (B) kan ervoor zorgen dat er steken worden overgeslagen, dat de naald breekt of dat de draad af- breekt.
Draadspanning Om de draadspanning in te stellen, draait u aan het wieltje bovenop de naaimachine. Afhankelijk van de stof, draad, enz., is het mogelijk dat de draadspanning moet worden aangepast. Zorg er voor de mooiste en meest duurzame steken voor dat de bovendraadspanning goed is afgesteld.
Naaivoet vervangen 1. Zorg ervoor dat de naald in de hoogste stand staat en dat de naaivoet omhoog staat. De naaivoetontgrendelingstoets steekt uit de achterkant van de naaivoethouder. Duw op deze toets om de naaivoet los te maken. 2. Om een naaivoet aan de houder te bevestigen, brengt u de gewenste naaivoet aan met de pin direct onder de gleuf in de persvoethouder.
UW MACHINE BEDIENEN Bedieningselementen van de machine Achteruitnaaitoets De achteruitnaaitoets heeft verschillende functies afhankelijk van welke steek is geselecteerd. Nuttige steken (steeknr. 1–6), Nuttige en decoratieve steken (steeknr. 01) Houd de achteruitnaaitoets ingedrukt om achteruit te naaien. Laat de toets los om weer vooruit te naaien. De machine naait alleen achteruit zolang u de achteruitnaaitoets ingedrukt houdt.
Stekenbedieningspaneel De functies op het stekenbedieningspaneel worden gebruikt om steken en lettertypes te selecteren en aan te passen. Iedere functie staat hieronder vermeld en wordt verder beschreven. 1. Modustoets 2. Display 3. Functietoetsen Display Op het display ziet u de huidige steek met de ingestelde steek- lengte en -breedte en aanbeveling voor de naaivoet.
Naaimodus Weergeven in de naaimodus De naaimodus is de eerste weergave op het display nadat u de naaimachine aanzet. Hier vindt u alle basisinformatie die u nodig heeft om te beginnen met naaien. Hier past u ook de instellingen van uw steek aan. Standaard is de rechte steek geselecteerd. 1.
ABC-Functietoets (C) twee seconden ingedrukt totdat u twee pieptonen hoort. 4. Nu bent u klaar om het woord "SINGER" te naaien. De opgeslagen letterreeks wordt genaaid en de machine stopt wanneer de reeks is voltooid. Om de reeks te herhalen, drukt u het voetpedaal in of drukt u op de Start/stop-toets.
NAAIEN Naaien Naast iedere steek of naaitechniek die in dit gedeelte van de handleiding worden beschreven, staat een overzicht van de aan- bevolen instellingen en naaivoet. Rechts ziet u een voorbeeld van het overzicht. De aanbevolen instellingen worden ook weergegeven op het display, maar moeten mogelijk worden aangepast voor een speciale techniek.
Naairichting veranderen Om de naairichting te veranderen, stopt u de machine. Druk op Naaldstoptoets om de positie Naald omhoog/omlaag te active- ren. De naald wordt omlaag gebracht in de stof. Breng de naaivoet omhoog. Draai de stof om de naald om de naairichting naar wens te veranderen.
Multi-step zigzagsteek De multi-step zigzagsteek wordt gebruikt om knipranden af te werken. Controleer of de naald door de stof gaat aan de linker- kant en de rand afwerkt aan de rechterkant. 3.0–5.0 3.0–5.0 3–5 3–5 De steek kan ook worden gebruikt als elastische steek om te zorgen dat naden kunnen meerekken bij het naaien van gebrei- Ingesteld op multi-step zigzagsteek de stoffen.
Gesloten overlocksteek De gesloten overlocksteek kan worden gebruikt voor het naaien van normale tot dikkere elastische stoffen. Gebruik deze steek om elastische stof te zomen (A) en voor 3–5 riemlussen (B). Vouw een zoom naar de verkeerde kant en naai met de gesloten overlocksteek vanaf de goede kant.
Stoppen en verstellen Grote gaten repareren Bij grote gaten in de stof moet u een nieuw lapje op het bescha- digde gedeelte naaien. Rijg het nieuwe lapje stof op het beschadigde gedeelte op de 4.0–6.0 3–5 goede kant van de stof. Ingesteld op zigzag Naai over de stofranden met de zigzagsteek of de multi-step zigzagsteek.
Kleine gaten repareren Een klein gaatje of scheurtje kunt u gemakkelijk stoppen met de stopsteek. Deze steek naait automatisch kleine steken heen en weer om kleine gaatjes of scheurtjes te bedekken. 2–4 Rijg uw machine in met een garen in een kleur die zo dicht mogelijk bij de kleur van uw stof ligt.
Eenstaps-knoopsgat Naai knoopsgaten met de perfecte grootte voor uw knoop. De stof moet worden verstevigd op de plaats waar de knoopsgaten moeten worden genaaid. 3–5 3–5 1. Markeer de startpositie van het knoopsgat op de stof (A). Ingesteld voor knoopsgat 2.
Ritssluitingen naaien De ritsvoet kan rechts of links van de naald worden bevestigd, waardoor de beide kanten van de rits gemakkelijk kunnen worden genaaid. 2.0–3.0 3–5 Om de rechterkant van de rits te naaien, bevestigt u de naaivoet in de linker naaivoetpositie (A). Ingesteld op het naaien van ritsen Om de linkerkant van de rits te naaien, bevestigt u de naaivoet in de rechter naaivoetpositie (B).
Quiltsteek met handgemaakt effect Laat uw quilt er handgemaakt uitzien met de quiltsteek met handgemaakt effect. Rijg transparant garen of een garen dat past bij de kleur van de quilttop in de naald. Breng garen op de spoel aan in een kleur die past bij of afsteekt met de stof van de 2.0–3.0 6–9 quilttop, afhankelijk van de look die u wilt voor uw project (de...
ONDERHOUD De naaimachine reinigen Maak uw naaimachine regelmatig schoon om te zorgen dat uw machine goed blijft werken. De naaimachine hoeft niet te worden gesmeerd (geolied). Neem de buitenkant van uw naaimachine af met een zachte doek om eventueel opgehoopt stof of textielresten te verwijderen.
U gebruikt de verkeerde spoelen. Oplossing: Gebruik spoelen van dezelfde soort als die bij de machine worden geleverd (SINGER® Class 15 transpa- rante spoelen) - gebruik geen ander soort spoelen. Onderdraad is te zien op de bovenkant van de stof Mogelijke oorzaak: Bovendraad te strak.
Oplossing: Spoel de onderdraad opnieuw op en zorg ervoor dat de draad stevig in de opspoelspanningsschijf is ge- plaatst. Mogelijke oorzaak: De spoelas is niet helemaal ingeschakeld, daarom wordt de draad niet opgespoeld. Oplossing: Controleer of de spoelas helemaal is ingeschakeld voordat u begint met opspoelen. Mogelijke oorzaak: De spoel wordt slordig opgespoeld omdat het draaduiteinde niet wordt vastgehouden aan het begin van het spoelproces.
Zorg ervoor dat het snoer/het voetpedaal goed zijn aangesloten op de machine en op de stroombron. Mogelijke oorzaak: U gebruikt de verkeerde spoelen. Oplossing: Gebruik spoelen van dezelfde soort als die bij de machine worden geleverd (SINGER® Class 15 transparan- te spoelen) - gebruik geen ander soort spoelen. De naald breekt Mogelijke oorzaak: Verbogen, botte of beschadigde naald.
De draad hoopt zich op aan het begin Mogelijke oorzaak: De boven- en onderdraden zijn niet goed onder de naaivoet geplaatst voordat u begon met naaien. Oplossing: Zorg ervoor dat de bovendraad en de onderdraad onder de naaivoet liggen en naar achteren zijn geleid voordat u begint met naaien.
Pagina 41
INTELLECTUEEL EIGENDOM SINGER en het Cameo “S” Design zijn exclusieve handelsmerken van The Singer Company Limited S.à.r.l. of gelieerde bedrijven. Bij het afvoeren van dit product moet u erop letten dat het op de juiste wijze wordt gerecycled volgens de nationale richtlijnen voor elektrische/ elektronische producten.