Inhoudsopgave
Advertenties
Knoopsgaten naaien
Selecteer de knoopsgatstijl die u wilt naaien.
Deze machine kan 13 soorten knoopsgaten naaien.
101. Trensknoopsgat (smal) voor dunne tot normale stoffen
102. Trensknoopsgat (breed) voor grote knopen
103. Sleutelgatknoopsgat voor dikke stoffen
104. Sleutelgatknoopsgat met versterkte trens
105. Taps sleutelgatknoopsgat
106. Afgerond knoopsgat (smal) voor dunne tot normale stoffen
107. Afgerond knoopsgat (breed) voor grote knopen
108. Afgerond knoopsgat met kruistrens
109. Aan twee kanten afgerond knoopsgat
110. Sierknoopsgat
111. Elastisch knoopsgat
112. Knoopsgaten met nostalgische uitstraling
113. Paspelknoopsgat (zie pagina 37)
Knoopsgatvoet (F)
Let op: De dichtheid van de zijkanten van het knoopsgat kan
worden aangepast met steeklengtecontrole.
1. Markeer de plaats en de lengte van het knoopsgat op de stof.
2. Leg de knoop op de basis.
Als de knoop niet goed op de basis past, past u de schuif op
de basis aan tot de diameter van de knoop, plus de dikte van
de knoop.
a = Lengte van de knoop + dikte
3. Leid de bovendraad door het gat van knoopsgatvoet en breng
de boven- en onderdraad naar links.
4. Leg de stof zo onder de naaivoet dat de middellijnmarkering
(b) in het midden van de knoopsgatvoet is.
Breng de naaivoet omlaag terwijl u het frame van de
knoopsgatvoet helemaal naar achteren duwt.
Let op: Bij het naaien van elastische stoffen wordt aangeraden
om versteviging te gebruiken op de achterkant van de stof.
5. Breng de knoopsgathendel helemaal omlaag.
Let op: De machine start niet met naaien als de knoopsgathendel
niet goed omlaag is gebracht of als het frame van de
knoopsgatvoet niet helemaal naar achteren is gebracht.
6. Houd de bovendraad licht vast en start de machine.
b
35
Advertenties
Inhoudsopgave
