Pagina 2
Belangrijke veiligheidsinstructies Deze huishoudnaaimachine voldoet aan de eisen van IEC/EN 60335-2-28 en UL1594. BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Wanneer u een elektrisch apparaat gebruikt, moet u altijd de elementaire veiligheidsvoorschriften in acht nemen, inclusief het volgende: Lees alle instructies door voordat u deze huishoudnaaimachine in gebruik neemt. Bewaar de instructies op een geschikte plaats, dicht bij de naaimachine.
Belangrijke veiligheidsinstructies • Als het LED-lampje beschadigd of kapot is, moet het worden vervangen door de fabrikant of diens service-agent of een persoon met dezelfde kwalificaties, om gevaar te voorkomen. • Als het snoer van het voetpedaal is beschadigd, moet het worden vervangen door de fabrikant of diens service-agent of een persoon met dezelfde kwalificaties om gevaar te voorkomen.
Extra ondersteuning vindt u op de website www.singer.com. Wij staan klaar om u te helpen en hopen dat u geniet van uw SINGER® naaimachine. Happy Sewing! MACHINE VOORBEREIDEN Naaien voorbereiden ........
Pagina 5
Inhoudsopgave NAAIEN REEKSEN Beginnen met naaien ......... 21 Reeksen ............39 Stekenoverzicht ............21 Reeksen naaien ............39 Beginnen met naaien ..........22 Selecteren van steken ............. 39 Selecteren van letters ............39 Begin en eind van een naad ..........22 Verplaatsen van de cursor (Gemarkeerd) ......
Accessoires Accessoires bevinden zich in de verwijderbare aanschuiftafel 1. Naalden 2. 5 SINGER® Class 15 spoelen (transparant) (één in de machine bij aflevering) 3. Tornmesje 4. Borstel 5. Schroevendraaier 6. Extra garenpen 7. Vilten onderleggers 8. Schroevendraaier voor steekplaat 9. Garenschijf, groot 10.
Draai de schroef van de naaivoethouder goed vast met de schroevendraaier. LET OP: Deze naaimachine is een model met lage schacht. Let bij aankoop van optionele SINGER® naaivoeten en accessoires dat ze ontworpen zijn voor een model met lage schacht.
STOF, GAREN EN NAALDOVERZICHT Kies de dikte van het garen en de naald passend bij de stof die genaaid gaat worden. Voor deze machine worden SINGER® naalden aanbevolen. Stof Garen...
Machine voorbereiden UITPAKKEN Zet de doos op een stevige, vlakke ondergrond. Til uw machine uit de doos en verwijder de buitenverpakking. Verwijder alle andere verpakkingsmaterialen en de plastic zak. ELEKTRISCHE AANSLUITING Zet de machine op een stabiele ondergrond. Sluit het netsnoer van de machine aan op de 2-polige aansluiting op de machine.
Machine voorbereiden De LED lampjes gaan branden als de machine wordt aangezet. Hoe meer u het voetpedaal indrukt hoe sneller uw machine gaat naaien. De machine stopt als het voetpedaal wordt los gelaten. WEGZETTEN NA HET NAAIEN Zet de hoofdschakelaar uit. Verwijder het netsnoer uit het stopcontact en dan van de machine.
Machine voorbereiden Naaivoethevel (H) De naaivoet wordt omhoog of omlaag gebracht met de naaivoethevel. Als u dikke stoffen naait of meerdere lagen stof kan de naaivoethevel hoger gebracht worden om de stoffen eenvoudiger onder de naaivoet te plaatsten. LET OP: De machine start niet met naaien als de naaivoet nog in de hoogste stand staat (behalve bij het opspoelen).
Naaien voorbereiden LCD TOUCHSCREEN Wanneer u de stroom aanzet zal op het LCD touchcreen het beginscherm verschijnen. LET OP: Als dit bericht verschijnt, betekent dit dat de naald niet in de juiste positie staat. Draai het handwiel naar u toe om de naald naar de hoogste positie te brengen.
Naaien voorbereiden SELECTEREN VAN EEN STEEK Door op de directe selectie toetsen (0-9) te drukken, kunt u direct een steeknummer selecteren. Toets twee of drie cijfers snel na elkaar om steken vanaf 10 en hoger te selecteren. Als het steeknummer niet bestaat hoort u een piep en de laatst gekozen steek blijft geselecteerd.
Naaien voorbereiden MACHINE INSTELLINGEN Instellingen toets (A) Voor en tijdens het naaien kunt u de instellingen aanpassen door op de instellingen toets te drukken. Het instellingen menu zal verschijnen. Scrol door dit scherm met de pijlen aan de zijkant. Door nog een keer op de instellingen toets te drukken gaat u terug naar het vorige scherm.
Naaien voorbereiden Tweelingnaald Activeer het tweelingnaald programma door op de - of + toets te drukken om de breedte van de naald te selecteren. Wanneer een tweelingnaald is geselecteerd wordt de breedte van alle steken beperkt om naaldbreuk te voorkomen. Druk op de –...
Machine inrijgen SPOEL VOORBEREIDEN Gebruik uitsluitend SINGER® Class 15 spoelen (transparant) in deze machine. Duw de spoelhuisdekselgrendel naar rechts en verwijder het spoelhuisdeksel. Til de spoel uit de machine. Plaatsen van de spoel op de garenpen Zie pagina 19. Opspoelen Houd de draad in beide handen vast en haak de draad in de geleider aan de voorzijde.
LET OP: Deze machine kan starten met naaien zonder dat de onderdraad omhoog is gehaald. Als u de onderdraad handmatig omhoog wilt halen, zie pagina 20. Gebruik in deze machine uitsluitend SINGER® Class 15 spoelen (transparant).
Machine inrijgen Plaatsen van garenklos op garenpen Trek het linker uiteinde van de garenpen omhoog en plaats de vilten onderlegger en garenklos op de garenpen zo dat het garen vanaf de voorzijde van de klos afwikkelt. Plaats de garenschijf zo ver mogelijk op de garenpen. a.
Machine inrijgen Inrijgen van de naald Haal de hendel van de draadinsteker niet omlaag terwijl de machine in werking is. LET OP: De draadinsteker kan gebruikt worden voor naalden met dikte 11/80, 14/90 en 16/100. Zet de naaivoet omlaag. Controleer of de naald in de hoogste positie staat. Zo niet, breng dan de naald omhoog door het handwiel naar u toe te draaien.
Beginnen met naaien BEGINNEN MET NAAIEN Selecteer de rechte steek, naaldpositie midden. (Nr. 0) Begin en eind van een naad Controleer de naaivoet (Standaardvoet). Kijk op pagina 8 voor het verwisselen van de naaivoet. Leg de stof onder de naaivoet en laat de naaivoet zakken. Houd het draaduiteinde naar achteren.
Beginnen met naaien Afhechtsteek Naaien van dikke stof U kunt afhechtsteken maken aan het begin en einde van de Bij het naaien van zware of dikke stoffen komt de voorkant van steek. de naaivoet omhoog wanneer de naaivoet bij naden of dikke Druk op de afhechtsteek toets.
Naaien RECHTE STEEK NAAIEN Kies rechte steken die passen bij de stof die genaaid gaat worden. Naaldpositie links (Nr.10, 13) past het best bij het naaien van dunne stoffen. Nr. 0. Naaldpositie midden Nr. 10. Naaldpositie links Nr. 12. Naaldpositie midden met ingebouwde afhechtsteek Nr.
Naaien Cordon naaien Om een cordon te naaien, verklein de steeklengte en bevestig de siersteekvoet (B). Op de volgende pagina meer over het gebruik van de zigzagsteek als afwerksteek. BLINDZOOM NAAIEN De zoom wordt genaaid zonder zichtbare steken aan de goede kant van de stof.
Naaien AFWERKEN- LOCKEN De afwerkvoet gebruiken Nr. 1 (steekbreedte 5.0) Nr. 3, 32, 34, 35, 36 (steekbreedte 5.0 - 7.0) Afwerkvoet (C) LET OP: De afbeelding rechts toont het uiterlijk van de steken wanneer ze op de rand van de stof genaaid worden. Leg de stof langs de geleider van de afwerkvoet zo dat de naald net de rand van de stof raakt.
Naaien CRAZY PATCH Maak mooie versieringen door decoratieve steken over de naden te naaien. Gebruik verschillende materialen voor nog meer variatie. Nr. 0 Standaardvoet (A) Leg twee lapjes stof met de goede kanten op elkaar en naai vast met een rechte steek. Strijk de naad open.
Naaien RIJGEN Een rijgsteek is een tijdelijke steek die gebruikt wordt voor het passen van kleding, rimpelen en markeren van de stof. Nr. 14 Rijgsteek Standaardvoet (A) Haal de spoeldraad omhoog voor een beter resultaat (zie pagina 20). Laat de transporteur verzinken door de hendel naar links te schuiven.
Naaien Pas de steekbreedte aan zodat de naald in het linker gat van de knoop gaat. Controleer de uitslag van de naald door het handwiel langzaam naar u toe te draaien, zorg er voor dat de naald de knoop niet raakt. Stel het aantal steken in waarmee de knoop wordt vastgezet met de + en - toetsen.
Naaien INZETTEN VAN RITSEN In de naad Nr. 0 Rechte steek (naaldpositie midden) Ritsvoet (E) Let op bij het veranderen van de naaldpositie met een een bevestigde ritsvoet. Bij veranderen in de verkeerde richting kan de naald de voet raken waardoor de naald kan breken of de machine beschadigen.
Naaien Bevestig de ritsvoet. Bevestig de linkerzijde van de ritsvoet aan de naaivoethouder wanneer u de rechterkant van de rits gaat naaien en de rechterzijde van de ritsvoet als u de linkerkant van de rits gaat naaien. Naai de linkerzijde van de rits van beneden naar boven. Draai de goede kanten van de stof naar buiten.
Naaien Handgemaakte quiltsteek (Nr. 160) Gebruik onzichtbaar of een dun garen dat past bij de stof van de toplaag. Vul de spoel met een contrasterende kleur garen. Zet de bovenspanning op (bijna) maximum. Wanneer u naait wordt de onderdraad naar boven getrokken en krijgt de steek het uiterlijk van een handgemaakte quiltsteek.
Naaien KNOOPSGATEN NAAIEN Selecteer het knoopsgat dat u wilt naaien. Deze machine heeft 12 verschillende knoopsgaten. 18. Trens knoopsgat (breed) 19. Trens knoopsgat (smal) 20. Sleutelgat knoopsgat 21. Sleutelgat knoopsgat met dwarse trens 22. Sleutelgat knoopsgat met punt trens 23. Afgerond knoopsgat (smal) 24.
Pagina 34
Naaien Machine zal een knoopsgat naaien in de getoonde volgorde en stopt automatisch na het naaien. Breng de naaivoet omhoog om de stof te verwijderen. Gebruik een tornmesje om het knoopsgat open te snijden, let op dat u de uiteinden van het knoopsgat niet doorsnijdt. Gebruik een kopspeld aan het uiteinde om doorsnijden van de trens te voorkomen.
Naaien PASPEL KNOOPSGAT Een paspel knoopsgat geeft een professioneel uiterlijk aan kleding zoals pakken, jassen en jacks. 29. Paspel knoopsgat Knoopsgatvoet Knip een lapje stof van 2.5 cm (1”) breed, 1 cm (1/3”) langer dan het afgewerkte knoopsgat. Rijg het lapje vast zo dat de middenlijn van het lapje overeenkomt met de midden markering van het knoopsgat.
Naaien 10. Vouw de stof en naai langs de naad aan elke zijde, een naaldbreedte naast de originele stiklijn. Verwijder de rijgsteek. c. Verkeerde kant van de stof. 11. Vouw de stof langs de korte kant van het knoopsgat en naai de driehoekjes op de originele stiklijn vast.
Naaien DOORLOPENDE DECORATIEVE STEKEN Gebruik de siersteekvoet voor doorlopende decoratieve steken. Deze voet heeft een gleuf aan de onderzijde zodat cordonsteken (of andere steken met hoge dichtheid) gemakkelijk onder de voet worden getransporteerd. Nr. 38-199 Siersteekvoet (B) LET OP: De afbeelding rechts toont het uiterlijk van de steken als ze doorlopend op de stof worden genaaid.
Om ongelukken te voorkomen: Standaardvoet (A) of siersteekvoet (B) a. Gebruik alleen tweelingnaalden van het merk SINGER® Verwijder de naald en plaats een tweelingnaald. voor deze machine. Andere naalden kunnen breken. Rijg de eerste draad in zoals u gewend bent, volg de b.
Reeksen REEKSEN NAAIEN U kunt steken en letters combineren tot een reeks. Er zijn 2 geheugenplaatsen voor het opslaan van reeksen. Elke reeks kan tot 40 karakters bevatten. Om het reeksen programma te openen, druk op toets reeksen op het beginscherm. Het LCD touchscreen laat het reeksen scherm zien.
Reeksen Wanneer u teruggaat naar het reeksen scherm is de laatst toegevoegde letter zichtbaar aan de linkerzijde van het LCD scherm. LET OP: Als een letter is geselecteerd met een andere basislijn (zoals een “j” of “g”), zal de breedte en de lengte van de andere letters automatisch en proportioneel worden aangepast.
Reeksen Een steek of letter veranderen in een reeks Verplaats de cursor naar de letter die u wilt veranderen. Druk op de lettertoets. Het lettertype selecteerscherm verschijnt. Selecteer een lettertype en druk op “✓“. Het letterreeks scherm verschijnt. Verander de letter zoals beschreven op de vorige pagina. Aanpassen van alle steken en letters in een reeks U kunt de instellingen (steekbreedte/lengte, spiegelen) van...
Reeksen Openen van een opgeslagen reeks Druk op de laden toets op het reeksen scherm. De geheugens worden aangeduid met getallen. Druk op de gewenste reeks/geheugen. Wanneer het geselecteerde bestandsnummer is gemarkeerd, druk op “✓”. De opgeslagen reeks wordt links op het LCD scherm getoond.
Pop-up berichten Zet de naald omhoog Machine ingesteld op tweelingnaald Als de naald in een lage stand staat en Dit pop-up bericht zal verschijnen als het omhoog moet voordat een functie kan tweelingnaald programma is geactiveerd. worden uitgevoerd, zal dit pop-up bericht Controleer de naald en druk op het verschijnen.
LET OP: Een LED lamp verlicht het naaigebied. Deze hoeft niet vervangen te worden. In het onwaarschijnlijke geval dat de lamp niet brand, ga naar www.singer.com voor meer informatie over de machine service. Het is niet nodig de machine te smeren.
Nuttige tips PROBLEEM OORZAAK OPLOSSING Pagina Bovendraad Machine niet juist ingeregen. Rijg de machine opnieuw in. breekt Draad verstrengeld rond spoel. Verwijder de verstrengelde draad. Naald niet juist geplaatst. Plaats de naald opnieuw. Draadspanning te strak. Pas de draadspanning aan. Draad van slechte kwaliteit of verkeerde dikte.