Inhoudsopgave
Advertenties
Beginnen met naaien
De machine wordt ingesteld op een rechte steek wanneer de
aan/uit-schakelaar wordt ingeschakeld.
VOORZICHTIG: Om ongelukken te voorkomen.
Wees tijdens het naaien vooral voorzichtig in de buurt van de
naaimachinenaald. De machine transporteert de stof automatisch,
trek of duw niet aan de stof.
A. Begin en einde van de naad
1. Controleer de naaivoet (universele naaivoet). Raadpleeg
pagina 14 voor het vervangen van de naaivoet.
2. Leg de stof onder de naaivoet en breng de naaivoet omlaag.
3. Houd beide draden licht naar achteren, druk vervolgens op de
start/stop-toets of duw het voetpedaal in.
4. Houd de draden vast na het naaien van een paar steken.
5. Begeleid de stof licht tijdens het naaien.
6. U kunt de naaisnelheid regelen door de snelheidsregelaar te
schuiven.
7. U kunt de naaisnelheid bovendien verlagen door op de toets
Langzaam te drukken.
8. Wanneer u het einde van de naad bereikt, drukt u op de start-/
stop-toets om te stoppen met naaien of laat u het voetpedaal los.
9. Druk op de draadafsnijdtoets.
10. Breng de persvoetlichter omhoog en verwijder de stof.
Bovendraadsensor
Als de bovendraad kapot is of ontbreekt, stopt de machine
automatisch.
Rijg de bovendraad opnieuw in en ga verder met naaien.
VOORZICHTIG
1. Druk niet op de draadafsnijdtoets als er geen stof in de
machine zit of als het niet nodig is om de draden af te
snijden. De draad kan in de war raken, wat tot schade
kan leiden.
2. Gebruik de draadafsnijdtoets niet bij het afsnijden van dikker
garen dan #30, nylon garen of andere speciale garens.
3. Gebruik in dit geval de draadafsnijder aan de linkerkant
van de machine. (Zie pagina 13)
4. Gebruik de draadafsnijdtoets niet bij het naaien met een
tweelingnaald of een ajournaald (zwaardnaald).
20
Advertenties
Inhoudsopgave
