Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Steekbreedte En -Lengte Instellen; De Draadspanning Instellen; De Geselecteerde Patronen Oproepen - Singer C430 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

C. De steekbreedte en ­lengte instellen
De machine stelt vooraf de steekbreedte en -lengte in die
geschikt zijn voor het patroon.
1. U kunt veranderingen aanbrengen door op de functietoets (F4)
direct onder de breedte- en lengtemarkering te drukken.
2. Voor een smallere steek drukt u op functietoets F2 (–).
Voor een bredere steek drukt u op functietoets F3 (+).
Voor een kortere lengte drukt u op functietoets F4 (–).
Voor langere lengte drukt u op functietoets F5 (+).
De vooraf ingestelde steekbreedte en -lengte worden
aangegeven als een gemarkeerd getal.
U kunt de breedte en lengte van andere patronen wijzigen
door de positie van de cursor te verschuiven.
Door op de toets Terug (F1) te drukken, keert de machine
terug naar de bewerkingsmodus.
Door op de toets BEWERKEN te drukken, keert de machine
terug naar de selectiemodus.
d. De draadspanning instellen
Door op de functietoets (F5) direct onder het spanningssymbool
te drukken, geeft het LCD-scherm de spanningsmodus aan.
Deze instelling verandert de draadspanning van alle
gecombineerde patronen.
Om de bovendraadspanning te verhogen, drukt u op de
functietoets F5 (+).
Om de bovendraadspanning te verlagen, drukt u op de
functietoets F4 (–).
Het vooraf ingestelde spanningsnummer wordt gemarkeerd.
Door op de functietoets F3 (AUTO) te drukken, wordt de
draadspanning teruggezet op de vooraf ingestelde waarde.
Door op de toets Terug (F1) te drukken, keert de machine
terug naar de bewerkingsmodus.
Door op de toets BEWERKEN te drukken, keert de machine
terug naar de selectiemodus.
G. De geselecteerde patronen oproepen
Als u het patroon wijzigt in een nuttige steek, bewaart de
machine de combinatie van patronen totdat de machine
wordt uitgeschakeld.
Om deze patronen op te roepen, drukt u op de toets
Decoratieve en lettersteken. De machine roept de
geselecteerde patronen op.
(De draadspanning keert terug naar de vooraf ingestelde
waarde.)
Als u alle patronen wilt verwijderen, drukt u op de toets
BEWERKEN en drukt u lang op de toets Verwijderen (F2).
(Zie pagina 44)
46
F4
F1 F2 F3 F4 F5
F5
F1
F3 F4 F5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave