Bij normale bedrijfstemperatuur blijft de
naald in het centrale gedeelte.
Wanneer de wijzer in het rode gebied komt,
is de motor oververhit. Zet de motor af, zet
het contact af en stel de oorzaak vast
zodra de motor is afgekoeld. Zie
Motorkoelvloeistof controleren
(bladzijde 174).
N.B.: Start de motor niet voordat de
oorzaak voor de oververhitting is verholpen.
Brandstofpeilmeter
Zet het contact aan. De brandstofmeter
duidt aan hoeveel brandstof er bij
benadering overblijft in de brandstoftank.
De brandstofmeter kan licht afwijken
wanneer uw auto op een helling rijdt. De
pijl naast het symbool van de
brandstofpomp duidt aan, aan welke zijde
van uw auto zich de brandstofvulklep
bevindt.
WAARSCHUWINGS- EN
INDICATIELAMPEN
De volgende waarschuwings- en
controlelampen waarschuwen u voor een
voertuigconditie die ernstig zou kunnen
worden. Sommige lampen gaan branden
wanneer u de motor start om aan te geven
dat ze werken. Indien een van de lampen
blijft branden nadat de motor is gestart,
dient u het betreffende systeem te
controleren voor meer informatie.
N.B.: Sommige waarschuwingsindicaties
verschijnen in het informatiedisplay en
werken op dezelfde wijze als een
waarschuwingslamp maar gaan niet
branden wanneer u de motor start.
Tourneo Connect (CHC) Long Wheelbase Kombi/Short Wheelbase Kombi, Base/Base High Payload/Titanium/Titanium High Payload/Trend/Trend ECOlite/Trend High Payload
Instrumentenpaneel
Waarschuwingslamp
antiblokkeerremsysteem
over het normale remvermogen (echter
zonder antiblokkeerfunctie) tenzij de
waarschuwingslamp van het remsysteem
ook brandt. Laat uw auto door een erkende
dealer controleren.
Waarschuwingslamp accu
stroomverbruikers uit. Laat uw auto
onmiddellijk door een erkende dealer
controleren.
Waarschuwingslamp remsysteem
Gaat deze lamp tijdens het rijden branden,
controleer dan of de parkeerrem nog is
ingeschakeld. Is de parkeerrem niet
ingeschakeld, dan wijst dit op een laag
remvloeistofniveau of een storing in het
remsysteem. Laat uw auto onmiddellijk
door een erkende dealer controleren.
vermindering van de remprestaties kan dan
optreden. Het duurt langer voordat u de
auto tot stilstand hebt gebracht. Laat uw
auto onmiddellijk door een erkende dealer
controleren. Over langere afstanden rijden
terwijl de parkeerrem ingeschakeld is, kan
het uitvallen van de remmen en persoonlijk
letsel veroorzaken.
66
Brandt deze lamp tijdens het
rijden, dan wijst dit op een
storing. U beschikt nog steeds
Indien dit lampje tijden het rijden
gaat branden, wijst dit op een
storing. Schakel alle overbodige
Deze gaat branden wanneer u
de parkeerrem inschakelt bij
ingeschakeld contact.
WAARSCHUWING
Rijden met uw auto terwijl de
waarschuwingslamp is ingeschakeld,
is gevaarlijk. Een aanzienlijke